[2-8-2006, Cuiabá]
De volgende ochtend zijn we een stuk fitter. We gaan op zoek naar een tourtje in de Pantanal. De eerste verrassing is het ontbijt ´s morgens. I.p.v. het taaie broodje met te zoete carameljam dat we nog kennen uit Zuid Amerika, staat er een uitgebreid ontbijtbuffet met de lekkerste dingen die we ons kunnen wensen.
Goed gevoed gaan we op pad, en ontdekken dat we weer iets anders vinden dan we verwachten. We zien geen enkel reisbureau. Omdat Cuiabá de dichtstbijzijnde echte plaats in de buurt van de Pantanal is, hadden we verwacht dat hier op elke straathoek mensen je zouden aanklampen voor tours, maar dat blijkt absoluut niet waar. Op het kaartje in de reisgids hebben we twee reisbureaus kunnen vinden, dus die gaan we maar zoeken. We vinden niets op het eerste adres, maar een vriendelijke man verwijst ons naar een ander adres, dat we ook kennen. De straat en zelfs het opgegeven nummer blijken te bestaan, maar op de deur staat niets. Het is een pousada (soort pension) en tevens reisbureau, maar dat is echt nergens aan te zien. Na herhaald kloppen worden we binnengelaten, en ja hoor, we zijn waar we wezen moeten. Dochterlief die ons open heeft gedaan, trommelt paps uit bed.
Hij maakt een zeer chaotische indruk, en vertelt zelf maar hoe dat komt. Gisteren heeft hij een groep uitgezwaaid, en dat is nogal laat geworden, en ook heeft hij teveel bier gedronken. Maar hij wil ons graag helpen. We vertellen wat we willen.
Voordat Joel kan gaan uitleggen wat hij ons kan bieden, moet eerst iets anders geregeld worden. Hij vertelt dat hij altijd op twee manieren praat, met zijn mond, en met zijn pen, en zijn pen is zoek. Met mijn pen in de hand, steekt Joel van wal. Hij blijft chaotisch, verwisselt onder het praten twee keer de grammofoonplaat, pakt het gastenboek, en wil dat we dat lezen, sleept de atlas erbij, en springt van de hak op de tak. Toch klikt het wel, en hij regelt wat wij willen. Als ook zijn prijs redelijk is, besluiten we maar meteen zaken te doen.
Zaterdag gaan we voor vijf dagen naar de Pantanal, en aansluitend naar een ander park (Chapada dos Guimaräes). Hij geeft ons ook nog raad over de verdere route, waarvoor hij een beter alternatief lijkt te hebben. Opmerkelijk aan Joel is dat hij een beetje Nederlands spreekt, en onvoorstelbaar veel Nederlands verstaat. Bovendien weet hij plaatsen als Bergen op Zoom, en plaatsen in Congo vlekkeloos te plaatsen. Hij zegt Nederlands op te pikken van de Wereldomroep.
Een opmerkelijk mens.
Al met al zijn de uitstapjes al voor tien uur geregeld. We dubben nog even over Joel’s voorstel en de wijzigingen (geen Campo Grande, Bonito en Corumba) tegenover een praktische route en genoeg tijd voor Pantanal en Chapada dos Guimaräes. Joel’s plan klinkt alles bij elkaar toch beter dan het onze, dus stellen we ons plan bij.
Vrijdag de 4e, de dag voor vertrek naar Pantanal, gaan we voor de zekerheid nog even bij Joel langs. Die vraagt of hij ons niet eerder gezien heeft in Rio. Dat dachten we wel (alleen niet in Rio), we hebben een tourtje bij hem geboekt! Gelukkig weet hij dan weer dat we Rik en Lydia zijn, in welk hotel we zitten, en wat we gaan doen.
De rest van de dag bekijken we de stad, en bezoeken de grote markt, die ontzettend veel mooi uitziende groente en fruit heeft. Daarnaast zijn er stalletjes met kruiden, bonen, meel, rijst enz., ontzettend schone vleesstallen en prachtige visstallen.
We lopen verder door naar het aquarium. In het aquarium krijgen we een privé rondleiding (in het Portugees), van een uiterst vriendelijk meisje, die duidelijk van alle vissen evenveel houdt.
[3-8-2006, Cuiabá]
Foto: telefooncel in de vorm van een lepelaar
Vandaag willen we naar de dierentuin (met Pantanal dieren) en naar het Museo de Indio, beide op het terrein van de universiteit. In de reisgids staat waar de bus naar de universiteit stopt, en welk nummer we dan moeten hebben (406), maar je weet nooit of die informatie nog klopt. We beginnen op de genoemde bushalte. Daar zit een meisje met biologieboeken op haar schoot. Die weet vast waar de universiteit is. We vragen het haar, en ze antwoordt dat we goed staan en de 130 (denkt Rik) of de 113 (denk ik) moeten hebben. Samen met veel andere mensen blijven we rustig op de halte wachten. Op zeker moment knikt het meisje naar ons. De 103 komt eraan. Aan de chauffeur vragen we ´Zoo´? Dat helpt niet, dan ´Museo de Indio´, ook dat helpt niet, tenslotte knikt de man bevestigend als we ´universitario´ proberen. Ook een andere passagier roept enthousiast dat we goed zitten en dat hij ook Spaans spreekt. We denken dat we twee kaartjes kopen en we laten ons door de stad rijden. Na een tijdje begint de Spaans sprekende passagier naar buiten te wijzen, en ja hoor, er staat een bordje ´universitario´. We stappen uit.
Op het universiteitsterrein staat geen bordje ´Zoo´, geen bordje ´Museo de Indio´ en geen plattegrond, maar wel een bordje ´Museo de Rondon´. Dat bordje volgen we maar, en komen dan uit bij het zwembad. Daar hebben we niets te zoeken. We lopen een willekeurig gebouw binnen en vragen aan iemand opnieuw naar de dierentuin. Hij loopt mee naar buiten en wijst de kant op die we moeten volgen en gebaart dat het een flink stuk is. We lopen die kant op, en na een poosje zien we een groenere omgeving dan de rest, en later ook kooien. De dierentuin hebben we gevonden!
De dierentuin is leuk met tapirs, capibara’s, hertjes, zwijnen, roofvogels, kaaimannen, slangen, de toekan en papegaaien. In het hok van de slangen zitten lieve witte konijnen, en twee slangen liggen met dikke onnatuurlijke bobbels in hun buik te slapen. We zijn bang dat dat konijntjes waren.
Na de dierentuin vragen we op het terras waar we wat drinken naar het museum. Dat is bij het zwembad, en dat weten we inmiddels. We vinden weer alleen het zwembad, en vragen dus nu maar ergens naar het museum. Er wordt wat heen en weer geroepen tot er een vrouw is gevonden die wat Engels spreekt, en die loopt met ons mee, totdat we via de achteringang (het museum is eigenlijk dicht) in het museum staan. Samen met de beheerder, die ook een beetje Engels spreekt, en dat tijdens de rondleiding steeds beter gaat doen, krijgen we van hun een privé rondleiding in het museum dat geen ´de Indio´ meer heet, maar ´Rondon´.
Het leuke is dat het plezier van hun afstraalt bij het vertellen van alles wat ze weten aan twee buitenlanders die speciaal hun museum willen zien.
Het museum verhaalt over de leefwijze, tradities en gebruiksvoorwerpen van de verschillende Indianenstammen uit Brazilië.
Dat we de bushalte voor de terugweg vinden, tja dat heb ik te danken aan Rik! De bus terug is twee keer zo duur als de bus heen. Nu blijkt dat we op één kaartje heen gereisd zijn.
[4-8-2006, Cuiabá]
Foto: het gebouw van de rondleiding en het fotoboek.
Vandaag gaan we naar drie musea op één plein vlakbij in een koloniaal gebouw. We staan voor een koloniaal uitziend gebouw, maar dat is uit 1907. Bovendien staat daarop ‘Biblioteca´, maar iets anders zien we niet, dus we gaan binnen vragen. Na één stumperend Spaans zinnetje, krijgen we een lang Portugees antwoord over ons uitgestort, waarvan ik alleen het woord ‘enfrente’ (tegenover) begrijp. Ook wijst de man naar boven, dus misschien is er een museum boven? Ik vraag en wijs ook naar boven.
We worden binnengelaten en moeten even wachten, we denken op iemand die Engels spreekt). Even later komt er een dame die ons een uitgebreide rondleiding van meer dan een uur (in ratelend Portugees), door het hele mooie gebouw geeft. Later realiseren we ons dat ze hebben begrepen dat wij het gebouw willen bezichtigen!
De dame stort een ware Portugese stortvloed aan wetenswaardigheden over bouwstijl, bouwmaterialen, bibliotheekindeling, culturele festiviteiten en monumentenzorg wetten over ons uit. De rondleiding gaat verder over het balkon en eindigt voor de buitendeur met een toelichting op de gebeeldhouwde versieringen aan de gevel.
Ze zijn zo vereerd met ons bezoek dat we een prachtig fotoboek (vers van de pers) over de Pantanal krijgen met daarin geschreven ´Thanks for your visit`! Daar zijn we erg blij mee.
En oh ja, die musea? Die zijn ´under construction´, en voorlopig voor vijf jaar (!) gesloten. Wij hebben toch een leuke ochtend gehad.