[25-8-2010]

In het Gorkhi Terelj NP bezoeken we een Boeddhistisch klooster. Het klooster staat hoog op de helling en het is een flink stuk klimmen, tot je bij de tempel bent. De tempel heeft de vorm van een olifant. De tempel is het hoofd. Twee bijgebouwtjes vormen de oren en de lange trap naar de tempel is de slurf. Vooral van een afstand is het goed te zien. Binnen in de tempel hangen veel schilderijen die bijna Indiaas aan doen en allerlei verschillende goden voorstellen. De meeste goden zijn afkomstig uit een gegoede familie en hebben op latere leeftijd afstand gedaan van de materiële bezittingen om zich te wijden aan de spirituele zaken. Verder staan er prachtige geldkastjes in de tempel. Elke god en mantra heeft zijn eigen vakje waar je als gelovige geld in kan stoppen. Het hek boven bij de tempel is van smeedwerk en er zitten allerlei verschillende figuren in, bijvoorbeeld het symbool van Mongolië met de maan en de zon. Net als bij het Bogd paleis in UB, zijn de randen van het dak hier ook weer prachtig beschilderd met taferelen uit het dagelijks leven.

[25-8-2010]

Na het klooster rijden we naar de schildpad-steen, een enorm rotsblok waar je zonder al te veel fantasie een schildpad in kan zien.

Daarna rijden we terug naar Ulaan Baatar voor ons laatste dagje daar. S. en M. zijn al een dag eerder teruggekomen en we hebben heel wat bij te praten op onze laatste avond samen. Zij hebben het ook geweldig gehad. Zij hebben nog veel meer regen gehad dan wij en hebben zoveel water in de tent gehad dat slaapmatjes en slaapzakken behoorlijk nat geworden zijn. Zij hebben daarna vooral bij nomadenfamilies geslapen en hebben het goed naar hun zin gehad. S. heeft geprobeerd een yak te melken en M. heeft kindertjes verwend met boterhammen met chocopasta.