[3-12-2009]

Foto: de zon komt op in het park.

De wekker staat op 4.35 uur en om 4.45 krijgen we de wake-up call. Warm ingepakt met twee vesten, jas, sjaal en handschoenen vertrekken we. Voor vertrek krijgen we eerst nog een warm kopje thee. Om 5.30 gaan we met nog een extra deken over de benen op pad naar het park. Alle kleding is best nodig, want het is maar een paar graden boven nul en rijdend in een open jeepje is het dan niet echt lekker warm. Bij de gate moet ontzettend veel geregeld worden. Er worden stapels formulieren ingevuld en we krijgen een verplichte parkgids toegewezen. Met Indrauit als gids is dat niet echt nodig, maar zo hoort het nu eenmaal in het park.

Als we bij de tweede gate staan te wachten, zien we het langzaam licht worden en in het park is het net licht. Het park met de lage grondmist over de graslanden ziet er prachtig uit.

[3-12-2009]

We zien weer veel dieren: opnieuw de barasingha, veel andere dieren en vogels, maar winnaar van vandaag is de tijger. Ze (het is een tijgerin) loopt gewoon over de weg en trekt zich niets aan van de jeepjes voor en achter zich. De jeepjes geven haar ook alle ruimte, zou je dat niet doen, dan slaat ze af het bos in. We volgen haar een hele tijd en hadden ons niet voor kunnen stellen om zo goed, zo dichtbij en zo lang een tijger te zien.

[3-12-2009]

Foto: jeeps wachten tot het exacte openingstijdstip.

Om half drie gaan we voor de tweede keer die dag op weg voor een game drive door het park. Nu is Sjel mee als chauffeur, Indrauit kan nu nog beter opletten op bijzondere dieren. Opnieuw een prachtige rit met vooral dezelfde dieren, maar ook een barking deer die weer snel de bosjes in springt.

[3-12-2009]

Uit Wikipedia:

De gaur (Bos frontalis of Bos gaurus) is een Aziatische rundersoort. Hij komt voor in de bossen van India en Zuidoost-Azië. De gaur is de enige soort binnen het ondergeslacht Bibos.
De gaur is een grof rund met een grote kop en korte poten. Tussen de schouderbladen loopt een bult, die vooral bij de stier groot is. Van de kin tot de voorpoten loopt een halskwab. De korte vacht is donker gekleurd met lichtere, wittige poten.
Volwassen stieren zijn zwart van kleur, koeien en onvolwassen stieren meer roodachtig donkerbruin. Beide geslachten dragen hoorns. De hoorns zijn S-vormig en kunnen tot 110 centimeter lang worden. De hoorns zijn gelig van kleur, met zwarte punten.

Het rund wordt 240 tot 330 centimeter lang, exclusief de 70 tot 105 centimeter lange staart. Hij weegt 650 tot 1000 kilogram en wordt 170 tot 220 centimeter hoog. De stier kan een schofthoogte bereiken van 213 centimeter en een gewicht van 800 tot 1225 kilogram. Koeien zijn een stuk kleiner, en wegen gemiddeld slechts 700 kilogram.

Gaurs zijn dagdieren en leven in kleine kudden van zo'n twaalf dieren (tussen de twee en de veertig), geleid door één volwassen stier. Volwassen mannetjes zonder kudde leven solitair. Gaurs eten voornamelijk vruchten, bladeren en twijgen van struiken en bomen en grassen als bamboe. Bij gevaar vluchten ze het dichte woud in.