[30-9-2006]
Onze busreis van Cusco naar Arequipa verloopt anders dan we denken. Na ongeveer 3 uur zijn we bij de afslag met het bord Arequipa. We verwachten dat de bus daar afslaat, wij zijn immers onderweg naar Arequipa. Maar nee, de bus rijdt door, richting Puno, zoals we ook vanuit Bolivia aangekomen zijn. We blijven richting Puno rijden, waar we om ongeveer 3 uur ‘s middags aankomen.
Onze geplande aankomsttijd in Arequipa is 6 uur. Als we dat willen halen moeten ze Arequipa nog gauw even verplaatsen. Omdat we niet gerust zijn of we wel in de goede bus zitten, vragen we hoe laat we aankomen in Arequipa. Het antwoord is positief en negatief: we gaan naar Arequipa, maar komen daar pas om 10 uur s avonds aan. We snellen gauw even het busstation in Puno in, om in ieder geval iets te eten te kopen, want het diner zal er niet meer van komen. Als we terug zijn met broodjes en bananen, wordt aan ons tweeën een bakje warm eten uitgereikt (groene pasta met schnitzel). Alleen wij krijgen dat omdat alle andere passagiers uitgestapt zijn. Er stappen wel een paar nieuwe in, maar die hebben natuurlijk geen recht op eten.
Van Puno moeten we eerst weer een uur terugrijden naar Juliaca, waar ook een afslag naar Arequipa is. Juliaca is de meest troosteloze plaats die we gezien hebben. Alle straten lijken opgebroken, overal ligt rommel, en het is er heel kaal en stoffig. Als er bomen staan, zijn die bezig dood te gaan. De zijstraat waar we langsrijden bestaat uit niets anders dan één hele grote plas, zo breed als de weg, en die doorloopt zo ver als je kan kijken.
Om half zes zien we een bordje Arequipa 233 km. Nee, 6 uur gaan we niet halen, maar Arequipa misschien nog wel, alhoewel de weg zo slecht is dat we daar ook aan twijfelen.
Verder heeft het reisbureau ook in Arequipa geregeld dat iemand ons (om 6 uur) op komt halen van het busstation. Die zal vast niet tot 10 uur blijven wachten.
In het donker dalen we en dalen we met de bus. We zijn over een pas van 4300 meter geweest, en Arequipa ligt op 2300 meter.
Niet alleen de steden zijn in de afgelopen zeven jaar veranderd. Ook het aanzien van de ruige Andes bergen is veranderd. De regering heeft op grote schaal bos aangeplant om erosie tegen te gaan. Hele hellingen staan nu vol met Eucalyptusbomen die hier helemaal niet horen en erg lelijk staan. Het hout wordt gebruikt als brandstof en als bouwmateriaal. Natuurlijk is daar wat voor te zeggen, maar de Eucalyptusbomen scheiden zuren af die de inheemse plantengroei onmogelijk maakt, en via het grondwater ook de rivieren bereiken. Het gevolg vissterfte en verzuurd rivierwater. Menselijk ingrijpen op zo’n schaal, moet wel tot vervelende resultaten leiden.
Uiteindelijk zien we om half tien de lichtjes van Arequipa. Met onze bagage lopen we naar de hal, en tot onze verbazing staat daar zomaar iemand met een bordje met onze namen erop op ons te wachten. De stakker is ook al vanaf half 7 bezig met ons ophalen, en is zelfs heen en weer naar het hotel geweest om te informeren.
Zoiets blijft je verbazen. Het lijkt ons niet dat de bus opeens op een dag iets anders gaat verzinnen dan de dag ervoor. Maar goed, we zijn er, en we hebben nog een gratis warme maaltijd ook gehad.