Rondzendbrieven Midden-Amerika 2014 > Rondzendbrieven > brief 3: Costa Rica, deel 2
Derde rondzendbrief Midden Amerika 2014

Derde rondzendbrief Midden Amerika 2014

Dominical

De vorige brief is nog niet koud de deur uit, of ik heb alweer zoveel te vertellen dat ik maar meteen weer begin. Onze vorige brief ben ik geëindigd in Dominical, dus daar pakken we de draad weer op. Laat ik beginnen met ons experiment in Dominical. Ons experiment bewijst twee dingen. Ten eerste dat de mensen in Dominical goudeerlijk zijn en ten tweede dat het geld van Costa Rica van hoge, waterbestendige kwaliteit is. De eerste dag ontdekken we een wasserette die onze was inclusief de stinkende sokken, tegen een geringe kiloprijs wil doen Als we de was morgen inleveren is die nog dezelfde dag klaar. Als de was terugkomt, ontdek ik tot mijn grote schrik dat ik alle broekzakken leeggehaald heb, behalve het geheime zakje met rits waar ik 20.000 colones (40 dollar) in had zitten. Ik voel een hard propje. Voorzichtig haal ik dat eruit en na wat gladstrijken heb ik weer vier keurige briefjes van 5000 colones elk. Erg domme actie, maar gelukkig goed afgelopen.

Vlak buiten Dominical ligt Hacienda Baru, een wildlife refugio, en daar gaan we om zes uur 's morgens heen voor een vogeltour. Je houdt het niet voor mogelijk hoe goed die gidsen vogels kunnen spotten en hoeveel ze weten. Soms zie je alleen een flits, maar Olson, de gids, weet meteen wat het is. We zien onvoorstelbaar veel en aan het eind zien we ook nog een grote groep capucijneraapjes met hele speelse jonkies. Omdat ze er ook trails hebben die je zelf kan doen, lopen we na het ontbijt weer terug en brengen de rest van de dag in Baru door. Natuurlijk zien we lang niet zoveel als de gids, maar we zien een prachtig vogeltje dat steeds terugkomt op een plek waar ontzettend veel mieren lopen en waar hij dus een heerlijk maaltje vindt. We zien van heel dichtbij een grote groene leguaan langslopen, talloze kleine hagedisjes en ook nog een luiaard.

De volgende dag vertrekken we pas laat naar de volgende bestemming zodat we voor het ontbijt nog een rondje over het mooie terrein doen en na het ontbijt langs de Baru rivier wandelen. We zien weer onze dagelijkse luiaard, een toekan, een ijsvogel maar wat we 's morgens heel vroeg zien slaat alles. We hebben de kinkajou door de bomen zien lopen. Mogelijk springen jullie nu niet allemaal overeind vanwege de kinkajou, maar wij zijn er reuze groots mee, zeker omdat we hem zelf hebben gevonden. We zien een zoogdier ter grootte van een aapje door de boom klimmen, maar hij is alleen, springt niet, maar loopt en mist de behendigheid van de meeste aapjes. Eerst zien we alleen een silhouet met een lange staart, maar even is hij goed in het licht en dan zien we de prachtige, goudkleurige vacht en het wat afgeplatte koppie met ronde oortjes. De kinkajou is niet zeldzaam, maar het is een nachtdier dat je alleen met veel geluk kunt zien. Kennelijk had de onze een late dienst. De kinkajou is familie van de wasbeer. Ze klimmen met behulp van hun lange staart hoog door de bomen op zoek naar insecten, vruchten en nectar.

Manuel Antonio is gesloten

In Manuel Antonio worden we op zondagmiddag door Jonathan, de uitermate vriendelijke receptionist, ontvangen. Het eerste wat hij ons vertelt is dat Manuel Antonio Park op maandag gesloten is. We vallen van ons stoel van verbazing. Daarvoor zijn we nou juist hier! Hij houdt een lang verhaal over alle pogingen om het park op maandag open te krijgen, maar morgen is het park dicht. Tsja, wat nu te doen. Ons oorspronkelijke reisschema was als volgt. Maandag: vrije dag voor bezoek aan Manuel Antonio NP. Dinsdag: pick-up 9.00 uur, transfer naar Monteverde met onderweg bezoek aan Carara NP. We gaan eerst maar eens met Swiss Travel, de agent voor Costa Rica, bellen. Ze reageren erg lauw en de knurft zegt ook nog dat hij niet wist dat we naar het park wilden. Ik vraag hem waarom hij dan dacht dat we gekomen waren. Het voorstel van Swiss Travel wijzen we direct af. Ze willen ons dinsdag èn Manuel Antonio NP èn Carara NP laten doen. Dat past niet op een dag en wat moeten we dan morgen doen? De hotelkamer met koelkast, koffie, magnetron (?), airco en balkon is mooi, maar voor een hele dag toch te saai. Ons voorstel is veel beter en simpel: maandag brengen ze ons naar Carara NP en verzorgen daar een tour. Dinsdag kunnen we dan alsnog naar Manuel Antonio en na terugkomst direct door naar Monteverde. Swiss Travel houdt de boot af. Dat kunnen ze niet beslissen zonder onze Nederlandse agent. Lijkt mij niet ons probleem. Er is een fout gemaakt en die moet hersteld. Ik geef hem een uur de tijd om de zaak op te lossen en dan wil ik antwoord.

Natuurlijk belt niemand terug. We sturen een mail naar Avila (reisagent in Nederland), maar ja het is inmiddels wel zondagavond 10 uur in Nederland. Na vijf kwartier bellen we opnieuw naar Swiss Travel en er is zowaar een opening. Ze hebben met Avila gebeld en gaan proberen voor morgen een tour naar Carara te regelen, maar dat is op zondag (en verkiezingsdag) niet gemakkelijk. Ik vraag wanneer hij meer weet. Dat kan hij niet zeggen, maar we kunnen gerust uitgaan, dan geeft hij het door aan het hotel. We gaan twee uurtjes naar het dorp, maar bij terugkomst is er nog geen snipper nieuws. Om half zes bellen we voor de derde keer naar Swiss Travel. De telefoon wordt niet opgenomen. Uiteindelijk proberen we het na vijf minuten vergeefs bellen via de 'operator'. Nu komen we wel door. En zowaar: er is positief nieuws. Morgen vertrekken we met gids om 6.30 naar Carara Park en dinsdag stellen ze de pick-up uit.

We gaan gelijk terug naar Jonathan die voor ons voor dinsdag een tour naar Manuel Antonio regelt. Hij is wel reuze bezorgd over morgen, want het ontbijt is pas vanaf 7 uur, dus dat missen we dan. Maar hij gaat met de keuken bellen of ze iets voor ons kunnen regelen. Voor de vierde keer bellen we met Swiss Travel om de vertrektijd van dinsdag af te stemmen. De telefoon gaat meteen opnieuw. Jonathan: over een kwartiertje komt iemand fruit, cereals en yoghurt brengen voor morgenochtend. We kunnen er dan zelf een kopje koffie bij zetten. Jonathan is altijd lang van stof, maar een schat! Hij heeft zo zijn best gedaan voor ons. 's Maandags is er direct mail van Avila om te melden dat ze met Swiss Travel overlegd hebben en dat ons voorstel geregeld wordt. Zo komt alles weer helemaal goed.

Verkiezingen

Op zondag in Manuel Antonio lopen we na het tweede gesprek met Swiss Travel nog even naar het dorp. Het is vandaag verkiezingsdag en dat is goed te merken. De gymnastiekzaal is omgebouwd tot stemlokaal en de straat ervoor is afgezet. Veel mensen zitten te wachten tot ze mogen stemmen. Voor het stemlokaal staan verkiezingskraampjes; de partijen proberen nog de laatste twijfelaars voor zich te winnen. Kosten noch moeite zijn gespaard en de in partijkleuren gestoken verkiezingsclown komt zelf ons de hand schudden. De volgende dag horen we dat de huidige regeringspartij (centrum-rechts) als tweede is geëindigd en dat een wat linksere partij gewonnen heeft. Omdat de winnende partij niet de benodigde 40% heeft behaald, komt er op 6 april een tweede ronde tussen nr 1 en 2. De winnende linkse partij gooit hoge ogen, omdat de meeste andere partijen dan die partij steunen.

Carara NP

Scarlet macaw in Carara NP.

Scarlet macaw in Carara NP.

De dag in Carara park is weer fantastisch. Het park vormt een overgangszone tussen de droge bossen van het noordwesten en de natte regenwouden van het zuidwesten. Soorten uit beide gebieden kan je hier dus treffen. Bovendien is er in het park een grote populatie ara's (de scarlet macaw). We zien weer heel veel vandaag, teveel om op te schrijven, maar twee dingen zal ik vertellen. We zien opnieuw de scarlet macaw. Deze keer niet amandelen pellend zoals in Corcovado. We zien nu een vrouwtje dat bezig is om in een holte in een boom een nest te maken, Ze klimt er omheen, klimt erin en is druk met het nieuwe huis bezig. We zien ook iets veel kleiners: een anolis, een soort hagedis. De anolis is verliefd en om zijn geliefde te verleiden tot meer, blaast kleine anolis een enorme oranje keelzak op. Daar moet meisje anolis toch wel voor vallen. Helaas komen wij net op het verkeerde moment langs. Wij zijn een bedreiging en alle intimiteit is weg. Arme anolis zal opnieuw op de versiertoer moeten.
Terug in Manuel Antonio gaan we nog even met de bus naar het strand. De bus rijdt zeer frequent en kost bijna niets. Achter het strand is een leuk poeltje met aan de overkant mangrovebos. We zien een prachtige reiger (rufescent tiger heron) en piepkleine visjes die met scholen tegelijk over het water springen.

Manuel Antonio NP

Dinsdag is Manuel Antonio Park na een rustdag weer open. Om te zeggen dat Manuel Antonio een druk park is, volstaat niet. Je weet niet wat je overkomt als je denkt naar een natuurpark te gaan. Het is er zo druk als op een drukke zomerse dag in de dierentuin. Verspreid in de massa lopen veel telescopen. Daar zit steevast een gids aan vast. Die heb je hier niet nodig. Als je een telescoop stil gericht ziet staan op iets, schuif je aan om te kijken en je hoort vanzelf wat het is. Ondanks de drukte zien we verschrikkelijk veel. Alle gidsen bij elkaar sporen waanzinnig veel gecamoufleerd leven op. We zien drie soorten vleermuizen, een hagedis die sprekend op een dode tak lijkt, een doodstille onzichtbare nachtzwaluw en een enorme sprinkhaan, de giant red grasshopper. Die hebben we ook gezien in het restaurant in Dominical. Daar vloog het dier onvoorspelbaar en met hoge snelheid rond. Het is een van de grootste insecten die er bestaan en het zijn goede vliegers met een spanwijdte van 18 cm. Ze doen eerder aan vogels dan aan insecten denken en vliegen ook echt hoog (3m). Als het prachtige beest onverhoeds op mij zou landen, zou ik me doodschrikken. Bij de tussenstop aan het strand tovert de gids fris en ananas te voorschijn, net als alle andere gidsen. Dat weten de dieren ook. De capucijner aapjes komen vlakbij en we zien ook wasberen en agouti's, die hopen op stukjes vergeten fruit. Later zien we nog de ongevaarlijke green parrot snake, die inderdaad heldergroen van kleur is.

Naar Monteverde

Vanaf Manuel Antonio hebben we een mooie tocht naar Monteverde. Eerst rijden we nog een heel stuk langs de Pacifische kust, later slaan we het binnenland in en klimmen dan omhoog door de Cordillera de Tilarán. Het is erg helder weer en onderweg hebben we prachtige uitzichten. We kunnen kijken tot aan de Golfa de Nicoya die speciaal voor ons onder een schitterende wolkenlucht in het late zonlicht goudgekleurd oplicht.

De dag in Monteverde is een drukke dag. 's Morgens gaan we met gids naar het Santa Elena Reserve, na terugkomst gaan we zelf naar Monteverde park en 's avonds gaan we nog voor een nachttour.

Santa Elena Reserve

Het Santa Elena Reserve is het kleine zusje van Monteverde Park. Het park is door de staat in continue bruikleen gegeven aan de Hoge School van de gemeenschap Santa Elena. In 1989 is een gebied van 310 ha beschermd als nevelwoud. Met ondersteuning van een Canadese non-profit organisatie wordt het gebied nu door de lokale gemeenschap beheerd. De bevolking wilde het gebied beschermen en behouden en tegelijkertijd de gemeenschap laten profiteren van de ontwikkeling van toerisme. Alle opbrengsten gaan naar de bescherming van het park en naar onderwijs aan de gemeenschap. Een prachtig praktijkvoorbeeld van hoe natuurbehoud moet werken: bescherming van de omgeving die tegelijk dient als middel van bestaan.

Monteverde en Santa Elena zijn beroemd vanwege het nevelwoud. Op lagere, tropische, vochtige delen groeit het regenwoud, op grotere hoogte (we zitten nu op 1600 m) groeit het nevelwoud. Dat heet niets voor niets zo. De bergen zijn vrijwel altijd in wolken gehuld die voor een altijd vochtige omgeving met vrijwel altijd nevel en geregeld regen zorgen. Vanwege al het water groeit hier overal alles. Op de dag dat wij er zijn doet het nevelwoud zijn naam eer aan. Zo in het vroege ochtendlicht met de overal langstrekkende nevelflarden heeft het mysterieuze dichte bos veel weg van de bossen die je je bij Tolkien voorstelt. Alles is groen, de grote, hoge bomen zijn dicht begroeid, door de wind zie je takken en bladeren op geheimzinnige wijze bewegen en overal klinken geluiden. De eerste vogel die we horen draagt de bijnaam 'squeaking door (krakende deur) bird'. Het is hier onwaarschijnlijk indrukwekkend en groots, maar je wilt hier 's nachts niet in je eentje ronddwalen.

In zo'n donker en dicht bos zijn op een mistige dag meer vogels te horen dan te zien, maar Elliot, onze gids, weet toch iets heel leuks te vinden. Op zijn aanraden wachten we een poosje bij een nest van een kolibrie, dat er voor ons net zo uitziet als alle andere plukken mos. De kolibries maken hun nest van mos en spinnewebdraden voor de stevigheid. Moeder kolibrie is ontbijt aan het zoeken en wordt door Elliot snel terug verwacht. En inderdaad, even later zien we uit het piepkleine bundeltje mos, een kopje met een heel lange snavel steken. Elliot vertelt nog een leuk verhaal over de kolibrie. De kolibries zuigen met hun lange snavel de nectar uit de bloemen en betalen de bloem terug door de pollen te verspreiden. Maar er gebeurt meer. In de bloem wonen mijten en die gebruiken de kolibries als openbaar vervoer. Zoals iedereen weet moet je voor vervoer betalen. Hoe betalen de mijten? De pollen gaan ook in de neusgaten op de snavel van de kolibrie zitten en dat verstopt. Met hun snelle stofwisseling die de 50-80 vleugelslagen per seconde vragen, kunnen ze dat niet gebruiken. De mijten eten de pollen uit de neusgaten en houden ze zo schoon voor de kolibrie.

Monteverde

's Middags vergapen we ons aan het nevelbos van Monteverde waar je over de goed gemarkeerde wandelpaden niet kan verdwalen. Alles is hier zo dicht en zo begroeid. Op één boom kunnen wel 2000 andere planten groeien van wel 300 verschillende soorten. De nevel is prachtig in het bos, maar voor het uitzichtpunt is het minder. We zien één grote grijze wolk en niets anders. De nachttour is ook weer erg leuk. We zien veel, dat past allemaal niet in de brief. Toppunt zijn toch wel de stinkdieren die we nog nooit eerder in het echt gezien hebben. Na afloop eten we nog een hapje en daarna is de dag wel gedaan.

(omgeving) Arenal

Vanuit Monteverde gaan we naar de Arenal vulkaan. Na een rit van twee uur stappen we over op een grote boot voor meer dan 40 passagiers die we helemaal voor onszelf hebben. Het is een heerlijk relaxed boottochtje over het prachtige Arenalmeer met waarlijk schitterend uitzicht op de hoge en zeer actieve Arenal vulkaan. Het Arenalmeer is een enorm stuwmeer dat in 1979 fors vergroot is, met als gevolg dat twee plaatsen, Arenal en Tonadora, verplaatst moesten naar een hogere plek. De oude dorpen liggen nu diep verzonken in het meer. Het meer voorziet voor 40-45% in de energiebehoefte van Costa Rica. Na de boottocht rijden we nog een klein stukje naar La Fortuna. La Fortuna heette vroeger El Borio, maar na de gigantische vulkaanuitbarsting in 1968, waarbij het dorpje volledig onbeschadigd bleef, is het omgedoopt in La Fortuna (het geluk).

El Arenal.

El Arenal.

Vanuit La Fortuna maken we een uitstapje naar de vulkaan, opnieuw met mooi, helder weer. De Arenal vulkaan is een jonge (7000 jaar oude) en zeer actieve vulkaan. Het is een stratovulkaan, een hoge kegelvormige vulkaan met steile hellingen. Het gevaarlijke van de vulkaan zijn niet de vloeibare lavastromen, maar de gigantische brokken vast gesteente die over grote afstanden uitgespuwd worden en onder achterlating van enorme kraters hun verwoestende werk doen. Nog erger zijn de asregens (denk aan IJsland) die de omgeving onder een metersdikke laag as kunnen bedekken. Nadat de vulkaan al honderden jaren slapend was geweest, was er in 1968 een zware eruptie. Drie dorpen ten oosten van de vulkaan werden volledig verwoest, 87 mensen vonden de dood. Vee werd gedood en de oogsten werden verwoest. El Borio/ La Fortuna dat aan de westkant lag, bleef ongedeerd. Op zijn hoogtepunt slingerde de vulkaan rotsblokken van enkele tonnen met een snelheid van 600 meter per seconde meer dan een km ver. 15 km2 werd bedekt onder een dikke laag rotsen, lava en as. Sinds die uitbarsting is de vulkaan actief gebleven en zijn er diverse uitbarstingen geweest. Nu blaast de vulkaan niet echt gevaarlijk uitziende zwavelgassen uit de grote nog actieve krater.

Natuurlijk beklimmen we niet de steile en gevaarlijke vulkaan. Over de inmiddels volledig begroeide heuvel van rotsen en asbodem die bij de eruptie in 1968 hier ontstaan is, lopen we omhoog naar het uitzichtpunt. Vanaf daar heb je een ongelofelijk mooi uitzicht op de vulkaan, het Arenalmeer en de Centrale Divide (waterscheiding). Je ziet nu weer overal bos en planten en vooral de orchideeën vinden de vulkanische bodem heerlijk. De natuur trekt zich weinig aan van de vulkaan. We horen en zien brulapen (met een schattig jonkie) en een prachtige grote vogel met twee zwarte pluimpjes op zijn hoofd (white throated magpie jay).

Rincon de la Vieja

Inmiddels hebben we de Arenalvulkaan achter ons gelaten en zijn we beland op alweer ons laatste overnachtingsadres in Costa Rica: Rincon de la Vieja. Ook in dit park is een actieve vulkaan. Wat ons vandaag het meest verbaast, is dat in de 3,5 uur die we rijden het landschap volstrekt verandert. Tot nu toe hebben we vooral het tropisch regenwoud gezien, nu zitten we in het droge tropische bos van noordwest Costa Rica. Was eerst alles groen, dicht en begroeid, nu zien we opener en droger bos. Als we 's middags in de buurt van het hotel een wandeling maken, lopen we over het land van een boerderij en het woord 'prairie' misstaat volstrekt niet om het droge cultuurland te beschrijven.

Op de dag dat we Arenal verruilen voor Rincon de la Vieja, krijgen we nog de schrik van ons leven. Als Rik 's morgens voor vertrek wil afrekenen, wordt de creditcard geweigerd. Gelukkig ziet de bankrekening er op internet nog goed uit, dus we denken dat het aan het apparaat of aan een tijdelijk uitgevallen verbinding ligt. Onderweg vragen we de chauffeur toch even te stoppen bij een pinautomaat. Als die ook aangeeft dat we niets van hem krijgen wegens 'insufficient funds' schrikken we toch echt. Wij weten wel beter! Onze 'funds' horen nog steeds meer dan 'sufficient' te zijn. Bij aankomst zoeken we direct contact met de bank. Gelukkig staat de bank ons ook op zaterdagavond direct te woord en er blijkt niets aan de hand te zijn. Omdat onze Maestro-bankpas bijna nergens in Costa Rica werkt, hebben we de creditcard die we nooit gebruiken, ingeschakeld. Daar zit een beperkt budget per maand op en dat hebben we (zelf) opgemaakt. De bank stelt na de nodige veiligheidscontroles (is Rik echt wel Rik) de limiet bij, dat duurt twee werkdagen. Is op zich geen probleem want we hebben nog genoeg. Om in dit hotel te betalen wordt na goedkeuring door de bank per direct een bedrag beschikbaar gesteld. Keurige service en compliment voor de bank. Pff, we zijn helemaal opgelucht dat ons geld er niet met een ander vandoor is.

In Rincon de la Vieja National Park ligt de 1916 m hoge gelijknamige stratovulkaan. Het is een van de meest toegankelijke vulkanen van het land, maar wordt door zijn ligging (in een uithoek van Costa Rica) toch relatief weinig bezocht. Het park dat op de wereld erfgoedlijst staat, heeft een scala aan vulkanische verschijnselen: fumaroles (gaten waaruit stoom te voorschijn komt), hete bronnen met kokend heet, borrelend water, een groot uiterst zuur meer met kokend water en een gemene kleur en moddervulkanen die onder voortdurende blub-blob geluiden metershoge modder spuiten. Alle verschillende mineralen uit de vulkaan zie je terug in de rotsen rondom die alle kleuren van de regenboog hebben.

Hoe komt Rincon de La Vieja (hoekje/plekje van de oude vrouw) aan zijn naam? Er was eens een lief en vast ook mooi meisje dat verliefd werd op een jongeman. De vader van het meisje zag de aanstaande schoonzoon echter niet zitten en gooide de arme jongen in de vulkaan. Het meisje was zo verdrietig dat ze besloot zich af te zonderen en zo werd ze een kluizenaar die helende krachten bezat. Waar die helende krachten vandaan kwamen, vermeldt ons verhaal niet. Het meisje hield het lang vol en veranderde vanzelf in een oude vrouw waar nog steeds stromen mensen naar toe kwamen om dankzij haar helende handen van mysterieuze kwalen te genezen. Zo zie je maar hoe nuttig het kan zijn om af en toe een schoonzoon in de vulkaan te gooien!

Maar het park heeft meer te bieden dan vulkanische verschijnselen. Als je over de helling van de vulkaan door het park loopt, kom je door diverse landschapstypen. We starten in het droge bos, later passeren we de overgangszone en hoger komen we in het primaire tropisch regenwoud uit. Later in de buurt van de vulkanische verschijnselen is het microklimaat extreem heet en droog en daar wandelen we over een savanne met open en laag struikgewas. Door de diversiteit in habitats en door zijn geïsoleerde ligging heeft het park een grote variëteit aan planten en dieren.

Slingeraap.

Slingeraap.

We hebben een lange en volle dag waarin we veel zien, dankzij Dennis onze privé-gids. Eigenlijk zouden we het wel de dag van de lange staarten kunnen noemen. Met Dennis zien we een van de vogels uit het vogelboek die je nooit in het echt denkt te zien: de (turquoise-browed) motmot. Een prachtige, kleurige vogel met twee lange staartdraden met aan het uiteinde turquoise oplichtende vlakjes. Een ander vogeltje dat vrij bescheiden is van formaat en zwart is met een klein rood kapje heeft ook gekozen voor enorme staartdraden, die gezien zijn grootte bijna overdreven lijken. Ook de scissor tailed flycatcher pronkt met lange staartveren die hij voortdurend als een schaar in- en uitvouwt. We zien verder een grote groep spidermonkeys die door het geluid dat Dennis maakt, net zo naar ons zitten te kijken als andersom. 's Middags neemt Dennis ons nog mee naar de boerderij van een vriend waar ze een onbruikbare waterpoel hebben. Mag de poel nutteloos zijn voor de boerderij, de vogels zijn er blij mee. We zien er overstelpend veel vogels: duizenden fluiteenden, roze lepelaars, ooievaars en onze grote vriend en grootste ooievaar die er bestaat: de jabiru met zijn grote zwarte snavel en rode kraag.

Na een volle dag gaan we ons verdiende hapje eten halen in het restaurant. De eerste dag hebben we op de menukaart gekeken wat het restaurant te bieden heeft, zodat je weet waar je de twee komende dagen uit kan kiezen. Ze laten een mooie, gevarieerde menukaart zien. Als we de eerste avond komen, staat er een groot buffet gedekt. Wij vragen naar de menukaart. Nee, de menukaart van 's middags is nu niet geldig. We kunnen kiezen tussen het buffet of niet eten. Het buffet is uitstekend, daar niet van, maar het verbaast toch dat ze dat vanmiddag niet vertelden. De volgende dag stellen we ons in op een buffet. Weer fout. Geen buffet. Maar, ook nu krijgen we geen menukaart. We kunnen kiezen tussen typical (rijst, bonen, groente, kaas, bakbanaan en vlees of vis), een hamburger of een sandwich. Waarom ze een menukaart hebben, weten we nog steeds niet.

Grens Nicaragua

De grensovergang Costa Rica – Nicaragua verloopt uitermate soepel. Het scheelt dat we een chauffeur bij ons hebben die de weg weet en die de mensen bij de douane kent. Om Costa Rica uit te komen, moeten we een briefje invullen. We krijgen een uitstempel in het paspoort en een roze afschrift van het briefje mee. Vervolgens lopen we met alle bagage een stuk verder naar de bagagecheck waar ze alleen naar het paspoort kijken. De chauffeur uit Costa Rica mag nu niet verder mee, maar wijst aan wie er aan de Nicaragua-kant op ons staat te wachten. Er zwaait iemand naar ons met een envelop waar in grote letters op staat 'Geleedts x 2'. Het moet toch wel heel raar lopen, wil die niet op ons staan te wachten (ik neem aan dat ik de x 2 ben). We worden meegenomen naar het douanekantoor waar de nieuwe chauffeur en de douaneman meteen handen schudden. We leveren de paspoorten met roze briefjes in. Fout. De briefjes moeten niet roze, maar wit zijn. Douaneman wordt echter niet boos of ongeduldig, maar pakt opgewekt zijn blok met witte briefjes en schrijft voor ons allebei de roze briefjes over op wit. Een stuk beter zo. We moeten 12 dollar p.p. betalen om Nicaragua binnen te mogen en dan krijgen we ons in-stempel. Bij het volgende loket moeten we 1 dollar betalen. Ook daar krijgen we een briefje voor. Daarna zijn we helemaal klaar en in een half uur tijd hebben we de grens gedaan waar 1-7 en gemiddeld 2 uur voor staat. Zo'n bekend gezicht (en waarschijnlijk jaarlijks een fraai kerstpakket) doet wonderen bij de grens.

Ons eerste adres in Nicaragua is San Juan del Sur, een populaire vakantiebestemming in Nicaragua, voor iedereen die van strand, zee, zon en tropische temperaturen houdt. Wij hebben hier eigenlijk niet zoveel te zoeken. Voor een half dagje is het stadje, de baai en het uitzichtpunt bij het hoge Christusbeeld prima, maar na een nachtje gaan we gauw weer verder.

Wat ons altijd weer opvalt bij het reizen is dat de mensen zo vreselijk aardig zijn. In een winkel staan we te hannesen met het wisselgeld en ik leg uit dat we vandaag in Nicaragua aangekomen zijn en het geld nog moeilijk vinden. De cassière pakt daarop ons briefje van 200 terug en geeft er twee van honderd voor in de plaats. Ze laat zien dat de briefjes van 20 en 200 sprekend op elkaar lijken en voor die net nieuwe toeristen zijn dan twee briefjes van 100 veel veiliger.
Op een andere dag maken we mee dat iemand ons ziet staan kijken bij een bijna lege vogelvoerplank. Hij gebaart dat we even moeten wachten en komt dan met handenvol bananen terug die op de voederplank gaan. In een mum van tijd vliegen de meest fantastische vogels af en aan. De vriendelijke man staat genoeglijk te kijken hoe wij genieten van alle vogels die hij voor ons gelokt heeft. Er zijn zoveel van dit soort aardige en attente dingen die je steeds opnieuw overkomen.

Onze volgende bestemming is Ometepe eiland. Maar daarover vertel ik meer in de volgende brief.

naar volgende pagina:
volgende: brief 4: Nicaragua