[6 en 7 augustus 1993]

Met de nachttrein van Arnhem naar Basel in Zwitserland. Als we om half tien 's avonds instappen, zijn de bedden al uitgeklapt. In het gangpad lezen is niet prettig, omdat het daar vreselijk tocht.
Ons rijtuig blijkt in Basel toevallig door te gaan naar onze volgende overstap, Brig. In Brig nemen we de trein naar Sion en vanaf daar de bus naar Veysonnaz. Op het eerste gezicht een normaal dorp , met huizen en winkels, maar de meeste huizen blijken appartementen voor de verhuur.

[8-8-1993]

Thyon

Het plan is naar Thyon te lopen met 800 meter klimmen. In het begin is de route keurig aangegeven, maar na de eerste bocht ontbreekt iedere bewegwijzering. Met behulp van de kaart en oriënteren op de kabelbaan van Thyon kunnen we echter wel een route vinden. Na pittige klimmetjes valt het uitzicht bij Thyon wat tegen. Terug met de kabelbaan.

[9-8-1993]

Foto: de piramides van Euseigne (de witte pilaren in het midden).

Vandaag lopen we van Veysonnaz naar Hérémence. Die plaats ligt op ongeveer dezelfde hoogte als Veysonnaz, maar daar tussen ligt nog een bergbobbeltje vanaf waar je steeds het Rhônedal ziet. In Hérémence aangekomen blijkt dat we drie uur moeten wachten om bij het stuwmeer (Lac Dixence) aan het eind te komen en vanaf daar zouden we direct weer terug moeten. We besluiten om naar Euseigne te gaan, want volgens de kaart kun je het dal oversteken. Vanaf Euseigne kunnen we dan weer terug naar Sion.
De tocht door het dal is prachtig, maar de wandeling eindigt bij een huis en daar kun je niet verder. Ondertussen hebben we wel de piramides van Euseigne kunnen bewonderen.

[10-8-1993]

Foto: Romeinse resten in Aosta.

Een uitstapje naar Aosta (Italië) vanuit Sion. Heen door de tunnel en terug over de St. Bernardpas.
Aosta was ons aanbevolen vanwege de markt, maar die onderscheidt zich weinig van een doorsnee Nederlandse markt. De plaats zelf is wel de moeite waard met diverse Romeinse resten, oude gevels, leuke straatjes en een mooi marktplein.

[11-8-1993]

Eerst moeten we 's ochtends een volgende verblijfplaats gaan regelen. Dat wordt na wat rondbellen een studio in Saas Almagell.
's Middags starten we de wandeling vanuit Les Haudères, halverwege het Val d'Hérens. We lopen naar Arolla, in het begin veel klimmen, maar over mooie paden. Aan het eind bij Arolla mooi uitzicht over de gletsjer. De busrit terug naar Sion gaat schitterend bovenlangs het dal.

[12-8-1993]

Van Thyon naar Veysonnaz

We gaan met de kabelbaan omhoog naar Thyon en maken vanaf daar een wandeling: Thyon, Combatzeline, Siviez, Planchouet, Veysonnaz. We starten hoog en hebben dan uitzicht over het Rhônedal, later over het Val de Nendaz. Siviez (= Super Nendaz) is lelijk: nieuwe, hoge, spuuglelijke flatgebouwen. Veel mooie bloemen onderweg en fraaie uitzichten.
Als we in de buurt van Veysonnaz komen, zien we een bordje 'fruit - dranken- ijs'. Als we het ijs op hebben en lopend proberen uit te vinden waar we precies zijn, blijken we al onze eigen straat ingelopen te zijn; een onverwacht snelle afsluiting.

[13-8-1993]

Zeven uur klimmen en dalen

Vandaag weer met de kabelbaan naar Thyon om vanaf daar naar het Lac Dixence in het Val d'Hérens te lopen. Volgens de borden is dat vanaf Thyon ongeveer vijf uur lopen. We beginnen met een forse steile klim recht onder een nog hogere kabelbaan door. Na 300 meter constateren we dat dit niet goed is. We krijgen er wel een verpletterend mooi uitzicht voor terug. Na bestudering van de kaart keren we terug en nemen een pad dat beter lijkt te kloppen.
We blijken nu het bovenpad langs de helling te hebben. Het is een mooie tocht, maar na vier uur lopen wordt het met mijn hoogtevrees te eng en te steil. We lopen een stukje terug en gaan dan via een ander pad verder naar beneden. We dalen in totaal wel 1,5 à 2 uur en komen dan onderin het dal uit. Omdat we van onze kaart af gelopen zijn, weten we niet meer precies waar we zijn. Met hulp van mensen met een andere kaart besluiten we naar Marché te lopen dat wel weer op onze kaart staat en dan via een brug over het dal alsnog naar Euseigne te lopen.