van Nepal naar Europa > intermezzo in Nepal > Bardia
Bardia National Park
None

[13-2-1998]

Foto: huisjes aan zandweg in Thakurdwara (bij Bardia NP).

We gaan vanuit Kathmandu naar Bardia Park. Bardia Park lijkt qua vegetatie op Chitwan park, maar is veel rustiger en veel minder toeristisch. Eén van de redenen is de onbereikbaarheid van het park. Heen vliegen we in 1,5 – 2 uur van Kathmandu naar Nepalganj. In Nepalganj staat een jeepje ons op te wachten. Het is van Nepalganj dan nog 2,5 – 3 uur rijden (op voorwaarde dat er vervoer geregeld is, anders is het nog veel moeilijker).

De vliegtocht is wat anders dan we gewend zijn. We gaan met een klein propeller vliegtuig met zo'n 20 stoelen (stijl Deux Chevaux) dat tot de tussenlanding slechts half gevuld is. Er is wel een stewardess, maar haar taken zijn slechts het uitdelen van een zuurtje en het aanreiken van een pluk watten waar je een stukje af mag trekken om in je oren te stoppen.
Na de tussenlanding komen er andere en meer passagiers. Hoewel de vervolgvlucht slechts twintig minuten duurt, worden verschillende mensen luchtziek terwijl het vliegtuig absoluut geen vreemde bewegingen maakt. Men doet de volle kotszakken gewoon in het netje in de stoelleuning zonder ze fatsoenlijk dicht te vouwen. Bij het uitstappen duwt iemand een stoelleuning naar voren zodat de kots op de leuning komt. Frisse bedoening bij Royal Nepal Airlines.

Geen elektriciteit
None

[13-2-1998]

Foto: Forest Hideaway Hotel & Cottages in Thakurdwara.

Mag het park moeilijk te bereiken zijn, het is in alle opzichten de moeite waard. Rondom het park zijn alleen wat heel landelijke dorpjes, en een paar hotels waar je kan slapen. Verder is er niets, maar dan ook helemaal niets. Ons hotel dat gerund wordt door een Schotse vrouw en haar Nepalese echtgenoot is in stijl van de lokale dorpjes gebouwd. Hutjes gemaakt van bamboe en leem met een dak van gedroogd gras, en een lemen vloer. De ramen zijn kleine gaten in de muur met tralies van bamboetakken.
Net als in het dorp is er in het hotel geen elektriciteit. ‘s Avonds krijgen we een kerosinelamp, die we als we gaan slapen (we hebben wel een bed) buiten moeten zetten i.v.m. brandgevaar en om de dieren weg te houden. Water voor de douche wordt opgepompt, en voor een warme douche kan je een emmer warm water bestellen. Water wordt dan boven een houtvuur verwarmd, maar als je ziet wat mensen moeten doen voor hun voorraad brandhout is een warme douche niet erg sociaal.

Waarschuwingen voor dieren
None

[13-2-1998]

Foto: grasplukkers in Bardia.

Na alle drukte van India en de drukke grote stad Kathmandu is het hier zo heerlijk vredig, rustig en vriendelijk. ‘s Avonds voor het eten (het eten is meer dan uitstekend, en ondanks het weinige dat hier te krijgen is, uiterst gevarieerd) krijgen we een informatiepraatje. Een praatje over het park, hoelang het bestaat, de typen bos en de dieren die we kunnen zien en natuurlijk het programma. ‘s Middags hebben we in het dorpje rondgekeken (ook thuis binnen bij Padam, onze gids die met z’n 25-en in één huis woont). De eerste volle dag gaan we wandelen, en ons informatiepraatje gaat ook over wat te doen als je potentieel gevaarlijke dieren tegenkomt.

  • Allereerst de neushoorn. Het beste: in een boom klimmen. Verder kan je wegrennen, maar wel flink zigzaggen. Neushoorn ziet erg slecht en hopelijk dendert hij rechtdoor als jij zigzagt. Verder rugzakje, petje of kledingstuk op de grond gooien. Neushoorn denkt dan dat jij dat bent, stopt om te snuffelen en geeft je zo een paar seconden voorsprong.
  • Les 2: de wilde olifant. In Bardia leeft nog een kudde (30 – 40) wilde olifanten die veel agressiever zijn dan hun Afrikaanse collega’s. De lokale bevolking is ook aardig bang voor ze. Wat je moet doen bij olifant is rennen, rennen en nog eens rennen. Overigens vertellen ze er gelijk bij dat de olifant harder kan lopen dan jij. In een boom klimmen is dit keer onverstandig. Boze olifant breekt je boom af en heeft je dan alsnog te grazen. Een goed idee is om over de onregelmatige rolkeien langs de rivieroever te rennen. Olifant houdt niet van die stenen aan zijn voeten. Zowel bij neushoorn als bij olifant ren je van de windrichting af (uiteraard ben je exact op de hoogte van de windrichting), dan ruiken ze je minder goed. Verder moet je vooral uit de buurt van de slurf van de olifant blijven, omdat hij daar als eerste mee gaat meppen.
  • Nummer 3 is de tijger. Gelukkig een keer niet rennen, maar vooral stil blijven staan, en heel, heel voorzichtig langzaam achteruit lopen. Mocht hij ondanks dat toch tot de aanval over gaan, moet je hard gaan schreeuwen. Maar vooral niet schreeuwen vóórdat je aangevallen wordt.
  • Resteert nog het luipaard en de slangen. Luipaard moet hetzelfde aangepakt worden als de tijger. Risico is minder groot omdat die meer ‘s nachts jaagt, en overdag lui in de boom ligt. Van slangen hebben we in deze tijd van het jaar minder te vrezen. Die vinden het nog te koud, en zitten voornamelijk in hun hol onder de grond.

Ik maak deze tekst gereed op 16-2-2016. Toevallig is gisteren op het nieuws dat een Nederlander in Bardia door een tijger is belaagd en dat hij twee uur lang in een boom heeft gezeten op zes meter hoogte. Toen pas kon de gids de tijger met jongen verjagen, waarbij de gids gewond raakte. De waarschuwingen zijn dus terecht.

Wandeldag zonder problemen
None

[14-2-1998, Bardia]

Foto: mistige rivier in Bardia.

We trotseren alle gevaren en hebben een heerlijke wandeldag. In het programma heet het vandaag 'Whole day walking safari to Dolphin area'.
We zien erg veel: herten, rhesus-aapjes en languur apen, veel nieuwe soorten vogels (prachtige wielewaal en de minivet waarvan het mannetje vuurrood en het vrouwtje knalgeel is) en in de rivier zoetwaterdolfijnen. De grote gevaarlijke drie komen we niet tegen, en misschien kinderachtig, maar echt erg vinden we dat niet. We hebben niet zo’n behoefte aan een hardloopwedstrijd met een boze olifant.
Onze kans op de grote dieren is aanzienlijk minder dan normaal. Net als in Chitwan mag de lokale bevolking twee weken lang het park in om te oogsten (gras snijden is toegestaan; iedereen neemt ook brandhout mee, dat mag niet). Ons bezoek valt net samen met de laatste dagen dat de mensen in het park gras mogen snijden. Overal zijn dus mensen bezig, en de dieren hebben zich verstopt.

Tamme en wilde olifanten
None

[15-2-1998, Bardia]

Foto: een wat Nederlands ogend, dun bos in Bardia.

De tweede volle dag gaan we eerst ‘s morgens met een (tamme) olifant het park in, ‘s middags gaan we met een jeep. Als we uitstappen (uit de jeep) en een stukje lopen blijkt onze chauffeur een olifant gezien te hebben, die wij lopend op zoek gemist hebben. We zien wel sporen: voetsporen van alle drie, uitwerpselen en afgebroken takken van de olifant. Heel spannend toch wel.

Op de kamer ligt een informatiemap over het park en het hotel. Daaruit komt de volgende informatie:

“Nachtelijke bezoekers”
“Gedurende de nacht zult u de dorpsbewoners horen die dieren van hun velden jagen, daarbij gebruik makend van een trommel met stenen die een ratelend geluid maakt, een houten bel die klinkt als een geweerschot of door te schreeuwen. In die gevallen zijn ze waarschijnlijk bezig een hert, een wild zwijn of een stekelvarken te verjagen. Hoort u meerdere dorpelingen buiten schreeuwen dan is het meest waarschijnlijk dat één of meer wilde olifanten naar het dorp zijn gekomen. Blijf in uw kamer, en gebruik geen zaklantaarn, dit kan de olifanten ertoe aanzetten om aan te vallen. Als er echt gevaar is zullen we u vragen uw kamer te verlaten - hout en klei biedt niet veel bescherming tegen 6 ton olifant. Anderzijds als het mogelijk en veilig is, zullen we het u laten weten zodat u kunt komen kijken.”

De tweede nacht is er inderdaad een olifant in het dorp. Wij horen dat de volgende ochtend van Padam. Hij laat de sporen zien: kapot gemaakt hek, afgebroken takken, afgebroken bananenbomen en voetstappen dwars door een veld. Het andere stel dat in het hotel logeert is van hun bed gelicht (om te kijken). Wij hebben niets gehoord, geen olifant, geen schreeuwende dorpelingen, geen geklop op de kamerdeur, niets, maar dan ook niets. Wij hebben gewoon geslapen. Zo beleef je nooit spannende avonturen.

Bus terug
None

[16-2-1998]

Foto: verkoop van maïs bij een busstop.

Vanaf Bardia gaan we ’s maandags weer met de nachtbus terug. We vertrekken om half 3 ’s middags en zijn de volgende morgen om 7 uur in Kathmandu. Naar Nepalese maatstaven is de bus redelijk comfortabel. Aangezien de bestemming alleen in het Nepali op de bus staat, regelt het hotel dat we in de goede bus komen. Als twee kleine kinderen worden we op onze besproken plaatsen in de bus gedropt. Onderweg durven we bij stops nauwelijks uit te stappen. Niemand spreekt Engels, je hebt dus geen idee wanneer de bus weer verder gaat. Je zal toch maar midden in de nacht, midden in het niets de bus weg zien rijden. We stoppen ook voor diner, maar ook dat durven we niet aan. De afwas wordt op de grond in koud water gedaan, nadat honden de restjes van de borden hebben gegeten. Het eten gaat op de nog natte borden. Diarree is al niet leuk, maar diarree in een te volle nachtbus waar je nog zeker tien uur inzit? Liever niet, onze lunch en ons diner bestaat voor een dag uit biscuitjes en banaan.

Het gaat er in de bus toch wat anders aan toe dan we gewend zijn. Als onze voorbuurman vraagt of de muziek zachter kan, trekt de chauffeur gewoon de draad uit de luidspreker. Iemand met twee krielkippen stapt in, later iemand met een schaap. Gedurende de hele rit staat er een emmer met diesel in het gangpad. Als we bezwaar maken tegen het sigaretten roken in de buurt daarvan, worden we kennelijk voor gek versleten.

Pont in Bardia
foto-serie Bardia [1/8]
Sprokkelen van hout
foto-serie Bardia [2/8]
Rivier in dor landschap
foto-serie Bardia [3/8]
Huisjes in Bardia
foto-serie Bardia [4/8]
Men verlaat de pont
foto-serie Bardia [5/8]
Strijklicht in het dunne bos
foto-serie Bardia [6/8]
Bij een busstop van Bardia naar Kathmandu
foto-serie Bardia [7/8]
Dorpje onderweg naar Kathmandu
foto-serie Bardia [8/8]
naar volgende pagina:
volgende: valley-trekking dag 1