[4-10-2006, Lima]
In Lima hebben we maar weinig tijd. Het heel mooie pottenmuseum willen we in ieder geval zien. Is de collectie zelf al erg de moeite waard, het magazijn slaat alles wat je ooit gezien hebt aan Pre-Columbiaans aardewerk. Zalen vol stellages, die van de vloer tot aan het plafond volgepakt staan met potten. Van alle soorten zijn planken vol. Neem de potten met dierfiguren: planken vol met potten in de vorm van padden, apen, poema’s, pelikanen, uilen, hagedissen, eenden en wat je nog meer kunt verzinnen. Ook taferelen uit het dagelijks leven zijn zichtbaar. Potten met hoge personen, met gevangenen met een touw om hun nek, lijders aan de meest vreselijke ziekten als verlamming, idiotie enz, geamputeerde ledematen en dokters aan het werk. Ook de boze kinderrover met de grote ogen, die ‘s nachts stoute kinderen rooft staat er in potvorm. Dat hij echt kinderen rooft bewijzen de kinderen die hij onder zijn arm draagt. Hier kan je dagen rondkijken.
[4-10-2006, Lima]
Foto: plein in het centrum van Lima
Vanaf het museum gaan we naar het centrum, waar we met moeite geld kunnen wisselen. Dat is wel nodig, want we kunnen nauwelijks meer een lunch kopen. Het centrum is niet heel bijzonder: een grote winkelstraat, druk verkeer, opbrekingen en in verhouding weinig mooie gebouwen.
’s Avonds gaan we in de buurt van het hotel op zoek naar een restaurant. Veel meer dan Pizzahut en Kentucky Fried Chicken achtige zaken kunnen we niet vinden. Na lang zoeken eten we een pizza bij Papa John. Voor het toetje gaan we naar de zaak naast de benzinepomp: koffie met een donut.