[28-7-2007, Discovery 2 kamp]
De wekker gaat op kwart voor vier, omdat we de zonsopkomst in de stuifduinen willen zien. We komen dan een paar groepsgenoten tegen die net naar bed gaan. We gaan direct op pad, maar stoppen weer snel: we zijn nog te vroeg, het is nog stikdonker. Om tien voor vijf gaan we opnieuw op pad en dan gaat het beter en is het licht genoeg. Na ongeveer een half uur lopen zijn we bij de echte zandduinen en dan begint het zware traject stuifduin op, stuifduin af door het zware, rulle zand dat je voortdurend naar beneden duwt.
We zoeken een mooi plekje om de zonsopkomst in de zandduinen te bekijken. Er zijn wolken voor de zon, dus de echte rode zon missen we, maar de wolken kleuren prachtig in de opkomende zon. De zandduinen tonen echt de zandwoestijn van plaatjes.
Sommige duinen hebben een bovenrand die zo dun is als een potloodlijntje. We denken dat de storm van gisteren daar aan heeft bijgedragen. Deze duinen zijn heel instabiel aan één kant. Als je er een voet inzet, stort de wand in en ontstaat er een lawine die maar door blijft gaan en hele stukken duin opeet.
Op heel veel plekken zien we sporen van kleine zoogdieren, vogels en hagedissen. Op meer beschutte plaatsen groeien ook hier nog planten.
’s Avonds gaat een deel van de groep voor een rit per kameel (wij gaan niet mee). Spectaculair wordt hun tocht wel. Onderweg krijgen ze een zandstorm, vergezeld van een stevige regenbui. Ze moeten van hun kamelen afstappen en schuilend naast de kameel wachten tot de storm gaat liggen en de regen stopt.