Rondzendbrieven Midden-Amerika 2014 > Rondzendbrieven > brief 8: Belize en Mexico
Achtste rondzendbrief Midden Amerika 2014

Achtste rondzendbrief Midden Amerika 2014

Pas geblokkeerd

Schuitbekreiger.

Schuitbekreiger.

Zelfs als je zeker weet dat je genoeg zakgeld bij je hebt voor de reis, kan je nog behoorlijke geldzorgen hebben. Als we terugkomen uit het prachtige Cockscomb Jaguar Preserve is er een onheilspellende mail van de bank dat onze creditcard 'beperkt geblokkeerd' is vanwege een verdachte transactie in Hidden Valley. Daar hebben we betaald voor wat we gekregen hebben, dat leek ons wel netjes. Ze raden ons aan om voor gebruik eerst telefonisch contact op te nemen. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar Juan, de hoteleigenaar, leent ons zijn Blackberry en daarmee kunnen we internationaal bellen. Na een tijdje 'al onze medewerkers zijn in gesprek' krijgt Rik een dame aan de lijn die uitlegt dat er niets aan de hand is met Hidden Valley – waarom mailen ze dat dan? – , maar dat we in San Cristobal gepind hebben bij een automaat die in het verleden geskimd is. Uit voorzorg is daarom nu onze kaart geblokkeerd. Rik legt uit dat dat niet kan, omdat de normale bankpassen (Maestrocard met werelddekking) nergens geaccepteerd worden, dus dat we de creditcard nodig hebben en de blokkering opgeheven moet worden. Tja, daarvoor moet ze eerst overleggen met de afdeling risico-analyse en die is er niet meer. We moeten maar tijdens kantooruren terugbellen. Rik vraagt hoe het zit met de 24-uurs service. Die heeft haar afdeling wel, maar risico-analyse niet. Waarom bellen we dan ook pas om half één 's nachts? Gewoon terugbellen tijdens kantooruren. Rik vraagt hoe ze denkt dat we de twee resterende weken aan geld moeten komen. We krijgen niet de indruk dat het domme wicht daar enige gedachte over heeft.

Omdat we zo niet verder komen, breekt Rik het gesprek maar af en bellen we de volgende ochtend opnieuw. Nu krijgen we gelukkig een daadkrachtiger iemand aan de lijn. Allereerst vraagt Rik hoe het kan dat de kaart pas 11 dagen na een verdachte transactie wordt geblokkeerd. Dat heeft te maken met een grote fraudezaak in Mexico waar de recherche eerst moest onderzoeken welke automaten gebruikt werden. Dat kostte de nodige tijd. Daarna heeft de bank alle klanten opgespoord die de automaat gebruikt hadden en jammer genoeg zitten wij daarbij. Deze man weet wel een oplossing. Als we geld op willen nemen, moeten we dat (telefonisch!) melden en dan wordt de kaart voor die transactie gedeblokkeerd. Lastig, maar voor de laatste twee weken nog wel te doen.

Caye Caulker

Met drie vrijwel nutteloze bankpassen reizen we van Placencia door naar Caye Caulker. Caye Caulker is een klein tropisch eiland in de Caribische Zee, 7 km lang (N-Z)en minder dan 1 km breed (O-W). Een plek die wij met volle overtuiging over zouden slaan, ware het niet dat het reisbureau ons dit aangeraden heeft omdat het de beste plek is om zeekoeien te zien en omdat ze hier glasbodemboten hebben, waarmee je als niet-snorkelaar toch van het bijzonder soortenrijke rif kan genieten. Het loopt volstrekt anders.

Na aankomst gaan we – als het slot van de hotelkamerdeur gerepareerd is, zodat we de kamer dicht achter kunnen laten – op weg om tourtjes voor de volgende dag uit te zoeken. Het wordt een teleurstellende tocht. Alle (dure) zeekoeientours zijn inclusief relaxen en lunchen op een ander strand en snorkelen bij een derde plek. Dat betekent dat voor ons de helft van de tour leuk is en de andere helft vervelend. Dat is een beetje zonde geld. Einde verhaal zeekoeientocht.

Het eiland wordt doorsneden door een kanaal (de split), die het eiland splitst in een zuidelijke helft met het stadje en alle toeristenactiviteiten en een noordelijke helft met mangrovebos en meer landinwaarts struiken en bomen. Het noordelijkste puntje van het eiland is een natuurreservaat en op het noordelijk deel komen veel vogels voor. Om het noordelijk deel te bereiken heb je een boot nodig. Regulier vervoer is er niet. Als we vragen naar natuurtours of vogeltours komt iedereen aan met dezelfde naam: Ellen McRae. Dat blijkt een gezette, overjarige hippie te zijn met wijd uitstaand grijs haar en een oversized t-shirt dat onder de vlekken van het eten zit en waaronder we een korte broek vermoeden. Ze is uitermate vriendelijk en wil ons graag helpen, maar heeft morgen de hele dag een groep. Mocht de groep besluiten de tocht naar zondag te verplaatsen, belt ze ons meteen. Ze piekert nog of we mee kunnen in de boot, maar die zit eigenlijk ook al te vol. Ze wil echt graag helpen, maar is al bezet. We vinden niemand met een boot die ons wil brengen. Geen natuurtour of vogeltour dus. We informeren naar de glasbodemboot en ze zijn daar heel verbaasd over. Van zo'n boot weten ze niets. Alleen de manager bij het hotel weet waar we het over hebben. Francis heeft een glasbodemboot. Hij gaat gelijk bellen. Francis is er wel, de boot niet meer.
Als we bij de split kijken, valt het stukje water dat je moet overbruggen mee en we informeren bij een lokaal iemand of je aan de overkant kan komen. Het antwoord: wachten tot er een boot langs komt en wuiven. Als de boot goede zin heeft, zet hij je dan over. Ook bij het hotel bevestigen ze dat en ze vertellen erbij dat de barman van het restaurant bij de split je wel even helpt om over te komen. Daar moeten ze de volgende dag bij het restaurant erg om lachen, Wie heeft ons dat verteld?

We gaan dus maar op de kade zitten wachten op een boot. Gelukkig komt er na een kwartier een boot langs die ons inderdaad overzet. Het andere deel van het eiland is een verademing. Er staan ook wel wat huizen, maar we komen de hele dag geen mens tegen. Het is een mooi, begroeid eiland met aan de buitenrand mangrove en het wemelt er van de vogels. Zelfs midden op de dag zien we ze, variërend van de kleine kolibries tot de indrukwekkende Amerikaanse zwarte arend.

Natuurlijk zouden we met Ellen McRae veel meer gezien hebben, maar zo samen wandelend is het ook genieten. Terug wachten we weer op een boot. Er lijkt weinig te gebeuren, totdat een jongen in een kayak langskomt en ons één voor één overzet. Nog veel leuker dan een boot. Op de drukke helft lopen we naar de zuidpunt van het eiland en onderweg zien we hier vooral veel wadvogels. Eenmaal het centrum uit heb je van geen enkele toerist meer last. We hebben voor het eerst hard moeten werken om een programma te verzinnen dat heel anders uitpakt dan waar we voor gingen, maar zo is het toch een goede dag geworden.

Het tijdsverschil met Nederland is opgelopen tot 8 uur. Dit keer is dat niet onze schuld, maar ligt het aan jullie. Vannacht is bij jullie de zomertijd ingegaan, waardoor we nog een uur verder achter lopen.

Crooked Tree Wildlife Sanctuary

Vanaf Caye Caulker varen we met de vroege boot weer terug naar Belize City en vandaar gaan we direct door naar Crooked Tree Wildlife Sanctuary. Het gebied bestaat uit een mozaïek van langgerekte lagunes die onderling verbonden zijn via kreken met daartussen stukken open grasland en grasland met bosjes. Het gebied is één van de beste vogelgebieden van Belize en daarom gaan we er heen. We hebben hier weer een uitstekende gids die alles ziet en weet. Met Rudy varen we zo'n halve dag door het gebied en we zien heel veel. We komen ook weer de goede vrienden groene leguaan en groene basilisk tegen. De leguaan hadden we gisteren weer gezien, de basilisk al een hele tijd niet. In de bomen zit een groepje brulapen te genieten van het eten. Verder zijn er opmerkelijk veel roofvogels hier, waaronder de slakkenwouw, een slakken etende wouw die kenmerkend is voor dit gebied. Rudy laat ons ook nog het nest van een grote moerasbuizerd zien. We vragen Rudy of hij naar een foto van gisteren wil kijken. We hebben veelvuldig een vogel gezien die we maar niet in het vogelboek konden vinden. Volgens Rudy is hij vrij algemeen en hij lijkt verbaasd dat wij het niet weten, maar gelukkig is hij het met ons eens, dat het plaatje in het vogelboek niet erg lijkt. Hij vertelt dat hij plannen heeft om vogelexcursies op Caye Caulker te gaan organiseren. Lijkt ons een heel goed plan! Vanaf Crooked Tree rijden we naar ons hotel in de buurt van Burrell Boom.

Lamanai

Onze laatste excursie in Belize is naar de Maya ruïnes van Lamanai. Net als bij Yaxitlan gaan we daar per boot heen. Er loopt wel een weg naar Lamanai, maar dan moet je erg omrijden. De boottocht heen en terug is aardig en we zien twee krokodillen die geweldig goed gecamoufleerd zijn. Na anderhalf uur varen zijn we bij Lamanai, dat wel zo'n 3000 jaar bewoond is geweest en pas verlaten is na de invasie van de Spanjaarden. We zien verschillende tempels, waarvan de hoogste 33 meter is. Niet zo gek hoog dus, maar de treden gaan zo steil omhoog dat het fijn is dat er een touw hangt om je aan vast te houden. Vanaf boven zie je alleen eindeloos ver oerwoud en aan één kant de rivier. De brulapen zijn hier kennelijk gewend aan bezoek. Recht boven het pad hangen er een stuk of vier, vijf op hun buik liggend op een dikke tak te slapen met hun armen en benen bungelend langs de tak.

Grens Belize - Mexico

Na terugkomst met de boot hebben we nog een lange rit te gaan, want we gaan vanuit hier door naar Mexico. We rijden via Corazol, waar we onze bagage weer oppikken, naar Santa Elena. Daar checken we uit en vervolgens moeten we even verderop weer een instempel halen voor Mexico. Het blijft verbazen dat in een regio zo berucht vanwege de drugssmokkel, de bagagecontrole zo weinig voorstelt. Ze kijken niet eens naar de rugzakken. We moeten wel heel eerlijke gezichten hebben.

Achtergronden Mexico

Mexico is een enorm land met een oppervlakte van 2 miljoen km2 en 113 miljoen inwoners. Wij doen maar een klein stukje van Mexico. Eerder zijn we al in de staat Chiapas geweest, nu bezoeken we Quintana Roo en Yucatan en als laatste een paar daagjes Mexico stad.

Mexico is een al lang bewoond gebied waar heel wat verschillende bevolkingsgroepen op verschillende tijden hebben gewoond. De Olmeken, die we al tegen zijn gekomen in Tak'alik Ab'aj' waren er al vanaf 1500 BC. Daarnaast kent Mexico de Zapoteken, de Maya's, de Tolteken en de Teotihuacanen. Rond de 14e en 15e eeuw bouwden de Azteken een rijk op dat het grootste deel van centraal Mexico besloeg.

De Spaanse verovering van Mexico begon in 1519 toen Hernán Cortés in Veracruz landde met 500 conquistadores in zijn gevolg. Op zoek naar goud en andere rijkdommen besloot hij het Aztekenrijk te veroveren en rukte op naar Tenochtitlan, de hoofdstad van het Aztekenrijk. Moctezuma II, de machtige Aztekenleider werd op laffe wijze vermoord. Zijn broer die hem opvolgde, was één van de eerste slachtoffers van de pokkenepidemie die de Spanjaarden meebrachten. De pokkenepidemie leidde tot een enorme sterfte – schattingen variëren van 3 – 15 miljoen Azteken – wat het voor Cortés gemakkelijk maakte om het land te veroveren. De pokkenepidemie leidde tot een snelle bekering van de Azteken, die eerst dachten dat hun eigen goden boos waren en later de ziekte zagen als bewijs voor de superioriteit van de god van de veroveraars. Mexico Stad werd door Cortés herbouwd na de val van Tenochtitlán in 1521. Het veroverde gebied kreeg de naam 'Nieuw Spanje' en omvatte ook Cuba, Puerto Rico, Midden-Amerika tot aan Costa Rica, Florida en het zuiden van de VS. Hiermee begon een 300 jaar durende koloniale periode. Het kostte nog twee eeuwen voor het complete rijk veroverd was en alle opstanden neergeslagen waren. De Spanjaarden introduceerden een systeem van geforceerde arbeid op hun landerijen. Het uit Spanje overgekomen rechtssysteem maakte onderscheid naar ras, waarbij de inheemse bevolking op de laagste tree stond. Dit alles leidde uiteindelijk tot protestbewegingen en in 1810 tot de roep om onafhankelijkheid, die in 1821 door Spanje erkend werd.

De eerste jaren van onafhankelijkheid werden gekenmerkt door een instabiele economie en een voortdurende strijd tussen de liberalen en de conservatieven. In 1836 wijzigde de conservatieve dictator Santa Ana de federale regeringsvorm in een gecentraliseerde vorm en schortte de grondwet op. Dit leidde tot een burgeroorlog waarbij delen van Mexico zich afsplitsten. In 1846 begon een twee jaar durende grensoorlog met de Verenigde Staten waarbij Mexico uiteindelijk de helft van zijn grondgebied in moest leveren. In 1847 brak de zogenaamde kaste-oorlog van Yucatan uit. Een van de succesvolste opstanden van de inheemse bevolking, gericht tegen de mestizen (nakomelingen van Spaanse en inheemse ouders) waarbij de mestizen massaal naar wat nu Belize is vluchtten en de Maya's relatief onafhankelijk konden voortleven. In de jaren '50 voerden de liberalen hervormingen door met meer vrijheden en een federaal systeem. Dit accepteerden de conservatieven niet en opnieuw was het oorlog. Tien jaar later stapten de Fransen binnen en kwam Mexico onder gezag van de Habsburger Maximiliaan van Oostenrijk, die aanvankelijk gesteund werd door de kerk en de conservatieven, maar al gauw zijn steun verloor en in 1867 geëxecuteerd werd.

In 1876 kwam de beruchte Porfirio Díaz aan de macht, die met een onderbreking van vier jaar tot 1911 aan de macht was dankzij frauduleuze verkiezingen. Zijn regeerperiode (Porfiriato) wordt gekenmerkt door economisch succes, investeringen in wetenschap en kunst, maar ook door economische ongelijkheid en politieke onderdrukking. De grootschalige fraude bij de verkiezingen in 1910 leidde tot de Mexicaanse revolutie, aanvankelijk geleid door Madero. Diaz trad in 1911 terug en Madero werd president, maar al twee jaar later vermoord bij een staatsgreep. Dit wakkerde de burgeroorlog aan en verschillende revolutionairen (o.a. Emilio Zapatero) voerden strijd. Het leger van Caranza slaagde erin de oorlog tot een eind te brengen en in 1917 kwam er een nieuwe grondwet waarin veel van de sociale voorwaarden van de revolutionairen waren opgenomen. Ook hij werd – evenals zijn opvolger Obregon – vermoord. In 1929 kwam medestander, Calle, aan de macht, die de Institutionele Revolutionaire Partij (PRI) oprichtte die tot 2000 aan de macht bleef.

Er werden sociale hervormingen doorgevoerd, buitenlandse maatschappijen werden genationaliseerd en er vonden beperkte landhervormingen plaats. Maar daarnaast opereerde de PRI uitermate autoritair, maakte voor andere partijen politieke macht onmogelijk en trad gewelddadig op tegen protesten. Langzaam maar zeker kwamen er scheurtjes in de monopolie positie van de PRI. Op 1 januari 1994 trad de NAFTA (North American Free Trade Agreement) in werking. Op dezelfde dag startte de EZLN, het Zapatista – naar Emilio Zapato – Leger voor Nationale Bevrijding, een gewapende opstand tegen de federale regering. De EZLN bestaat nog steeds als niet gewelddadige beweging tegen neoliberalisme en globalisatie. In de verkiezingen van 2000 werd de PRI voor het eerst in 71 jaar verslagen en kwam de Nationale Actie Partij aan de macht. Sinds 2000 kent Mexico een democratie met meerdere partijen.

Laguna Bacalar

In Mexico rijden we door tot Laguna Bacalar waar ons hotel aan een prachtige, blauwe lagune ligt. In de stad zelf bekijken we het fort uit de 18e eeuw dat door de Spanjaarden gebouwd is om zich te beschermen tegen alle aanvallen van piraten. Er waren niet alleen zeerover piraten, maar ook piraten die beschermd werden door hun land van herkomst. Na de eerste tochten naar Amerika kregen Spanje en Portugal hooglopende ruzie over het eigendom van de ontdekte gebieden. Het Spaanse vorstenpaar Isabel en Ferdinand vroegen Paus Alexander VI om raad en die wilde beide trouwe katholieke naties te vriend houden. Met het verdrag van Tordesillas trok hij in 1494 een denkbeeldige lijn 100 mijl ten westen van de Kaapverdische eilanden. Alles ten westen van de Tordesillas lijn was voor Spanje, alles ten oosten voor Portugal. Frankrijk, Engeland en Nederland die zo niets kregen, waren hier niet erg tevreden mee en erkenden de Tordesillas lijn niet. Met getekende regeringsverklaringen konden hun schepen dus ook de Spaanse schepen overvallen. Met alle interne opstanden en kapers op de kust, moeten de Spanjaarden het toch druk gehad hebben om al hun geroofde goederen veilig te stellen.

Tijdens het ontbijt in Laguna Bacalar zien we een grote (8 cm) sprinkhaan die bezig is om tegen een glazen wand op te klimmen. Natuurlijk is het glas erg glad voor de sprinkhaanpoten en het is zo grappig om te zien hoe voorzichtig hij zijn tocht uitvoert. Hij lijkt echt op ons als we een steil, glad pad op gaan. Eerst één pootje, als dat staat nog een pootje en zo stapje voor stapje omhoog en af en toe een beetje terug glijden. Hij trekt steeds zijn rechterachterpoot als laatste bij. Die wil niet meer zo erg en blijft steeds een beetje achteraan hangen. Rik zegt: 'Ja, en straks is hij boven en wat dan'? Waarschijnlijk heeft de sprinkhaan daar nog niet over nagedacht. Hij had ook gewoon kunnen vliegen of springen.

Tulum

Vanaf Laguna Bacalar gaan we door naar Tulum waar we ook weer ruïnes gaan bekijken. We logeren in Cabañas Copal dat achteraf de naam heeft veranderd in Azulik hotel, zodat we aardig moeten zoeken voor we het hotel vinden. Al gelijk bij binnenkomst merken we dat we hier geen gast zijn, maar een product waaraan geld verdiend kan worden. Als eerste moeten we 1000 pesos (60 euro) borg betalen voor als we de sleutel verliezen. Verder moeten we onze creditcard gegevens opgeven voor als we schade maken. We weigeren allebei en krijgen hooglopende ruzie met de manager die er in eindigt dat zij weigert ons een kamer te geven – die uiteraard al lang betaald is – zolang we niet tekenen. Ze hebben niet eens een restaurant en het is het eerste hotel waar we ook geen recht op ontbijt hebben. Wat moeten ze dan met de creditcard. We zijn echt heel erg boos en zo snel zijn we niet boos of maken we ruzie, maar dit slaat alles. Onder protest tekenen we, want we moeten toch slapen.

Na dit gezellige begin komen we bij de goedkope marketingtrucs die ze hier uithalen. De kamers hier hebben geen elektriciteit. Middenin de jungle hebben we daar begrip voor, maar hier zitten we in een drukke badplaats dus het slaat nergens op. Natuurlijk is er ook geen internet, behalve op een paar beperkte uurtjes in de receptie na. Dit alles doen ze zogenaamd op verzoek van de gasten die van de romantische sfeer van kaarslicht houden. Op de kamer ligt een formulier waarin ze uitleggen dat ze het ook doen voor de zeeschildpadden, omdat die last van het licht hebben. We hebben de kust voor het hotel gezien: grote stenen waar geen schildpad overheen komt, daarna een steile helling met grote stenen, nog wel te doen voor een pinguïn, maar absoluut niet voor een zeeschildpad. Bovendien, als je echt zo begaan bent met de zeeschildpadden bouw dan geen resort, maar stel je strand beschikbaar voor de schildpadden. Ze hebben ook ontdekt dat kaarslicht relaties verbetert. Wij hebben het al jarenlang erg naar ons zin met elkaar en thuis hebben we echt elke avond het licht aan. Geef ons maar gewoon goed licht. Voor dit soort romantische prietpraat zijn we niet geschikt. Verder kan je hier massages, therapieën en zelfs een healing van een Maya healer krijgen. We hebben niet het gevoel dat we geheald hoeven te worden, dus dat slaan we maar over.

Goed, na even flink ons hart gelucht te hebben over de goedkope verkoopsmoezen van Azulik lodge alias Cabañas Copal, verder met waarvoor we hier zijn: de ruïnes van Tulum. Deze ruïnes zijn heel anders dan de ruïnes die we tot nog toe gezien hebben. Ze liggen hoog en strategisch aan de klifkust van de Caribische Oceaan. Om de stad staat een – lage – muur, behalve natuurlijk aan de kant die aan zee grenst. Een ander groot verschil is het terrein. Tot nu toe moesten we altijd flink klimmen en afdalen in het heuvelachtige terrein en liep je door het regenwoud. Hier in Tulum zijn de ruïnes in zijn geheel zichtbaar en zijn gescheiden door grasvelden met grintpaadjes ertussen. De ruïnes zijn afgezet met touwen, zodat je nergens op kan klimmen. Bij het hoogte bouwwerk – het kasteel – loopt een paadje omlaag. Wie wil kan naar het strand en in zee zwemmen. Het meest aansprekende gebouw is de tempel van de neerdalende god. Bovenin zit een gebeeldhouwde steen met de afbeelding van een mannetje dat met zijn beentjes naar boven uit de lucht komt zeilen, In zijn gevouwen handen houdt hij iets vast en op zijn hoofd staat een indrukwekkende verentooi. Het is een god die naar de aarde komt (vermoedelijk om de mensheid te redden). De tempel staat behoorlijk scheef. Dat is geen verval door de tand des tijds. De tempel is met opzet uit het lood gebouwd.

Valladolid

Na ons bezoek aan Tulum gaan we door naar Valladolid. Een ontzettend gezellig, koloniaal stadje. De stad is gesticht door Franscesco de Montejo, net als Campeche en Mérida en toch zijn de drie steden door drie verschillende personen gesticht: Vader Montejo deed Campeche, zijn zoon Mérida en een neef Valladolid. Tijdens de kaste-oorlog van 1847 heeft de stad zwaar te lijden gehad en is het grootste deel van het San Bernardino de Siena klooster verwoest en ook de kerk werd zwaar beschadigd. Gelukkig bleef het altaar gespaard en dat is nu prachtig gerestaureerd en met foto's geven ze een toelichting op de altaarbeelden. De Christusfiguur van het kruisbeeld kreeg flexibele gewrichten om het beeld met beweegbare armen en benen wat levensechter te maken.

Santa Niño de Atocha.

Santa Niño de Atocha.

Ook aan het centrale plein staat een kathedraal. Het altaar is een stuk eenvoudiger, maar in een nis staat een aandoenlijk, kitscherig beeld van 'Santo Niño de Atocha', een jongen met een mand aan zijn arm en een kruikje op een stok. Santa Niño komt uit Atocha, een wijk in Madrid. Ten tijde van de Moorse overheersing hadden de gevangen van Atocha het erg moeilijk. Ze kregen geen eten van de bewakers en leden honger en gebrek. De kalif kondigde een decreet af waarin hij kinderen van 12 jaar en jonger toestond om de gevangen eten te brengen. Voor mensen met kinderen een opluchting, maar mensen die niemand konden sturen maakten zich grote zorgen over echtgenoten, broers en zonen. Totdat de kinderen weer thuis kwamen en vertelden over het kind dat ze gezien hadden en dat ze geen van allen kenden. Hij bezocht alle gevangenen die nog geen eten en drinken hadden en zijn mandje met brood raakte maar niet leeg en ook zijn kruikje water bleef fris water geven. Toen hij bleef komen, altijd 's nachts waarbij hij de slapende bewakers passeerde en de bewakers die wakker waren vriendelijk toelachte, kregen de bewoners een vermoeden. Ze gingen kijken naar het beeld met het kindje Jezus. Als bewijs zagen ze dat zijn schoentjes helemaal versleten waren. Ze zette nieuwe schoentjes voor hem neer die ook helemaal versleten werden. Nadat Isabel en Ferdinand de Moren het land uit gewerkt hadden, hielden de inwoners van Atocha trouw hun kindje Jezus in ere. Of hij toen nog nieuwe schoentjes nodig had, weten we niet.

Chichén Itzá

Na een nachtje Valladolid rijden we richting Mérida met tussendoor een bezoek aan Chichén Itzá, zo ongeveer de beroemdste ruïnes van Mexico en duidelijk ingesteld op toeristen. Er is een groot parkeerterrein met een apart stuk voor touringcars. Je komt binnen in de grote centrale hal met restaurants, souvenirswinkels, een boekenwinkel, koffietentjes en toiletblokken die op veel mensen berekend zijn. Net als in Tulum mag je nergens op. Je mag aleen van een afstand kijken. Valt het aantal bezoekers ons mee, het aantal souvenirsstalletjes is overweldigend. Mocht je troep willen kopen, kan je hier – waarschijnlijk voor teveel geld – je hart ophalen.

El Castillo.

El Castillo.

Chichén Itzá is groot en verdeeld in verschillende stukken. Wij bezoeken het noordelijk deel en het centrale deel. Het zuidelijk deel is al vier jaar niet toegankelijk voor publiek, omdat archeologen daar aan het werk zijn. Chichén Itzá is niet alleen bewoond door de Maya's, maar ook door de latere Tolteken en dat is goed te zien aan de verschillende reliëfs en beeldhouwwerken die we zien. Voor de Tolteken was Tukulkan, de gevederde slang – vergelijkbaar met Quetzalcoatl van de Azteken – de belangrijkste god en vooral ook de god van de vruchtbaarheid. In de tempels zie je dan ook overal de (ratel)slang terug. Het bekendste bouwwerk is de tempel van Tukulkan, beter bekend als 'El Castillo' en afgebeeld op alle plaatjes van Chichén Itzá. El Castillo is het hoogste gebouw en bestaat uit een soort piramide met negen etages met aan elk van de vier kanten een steile trap. De tempel is zo gepositioneerd dat op de equinox dagen (rond 21 maart en 22 september) over de tempel een lichtstraal in de vorm van op elkaar aansluitende rechthoeken valt. Dat is natuurlijk geen rij driehoeken maar de slang die in het voorjaar naar de cenote kruipt en voor leven zorgt en in het najaar de cenote weer verlaat. Het equinox verschijnsel trekt veel bezoekers en we hebben plaatjes gezien waarop 65.000 bezoekers staan te kijken naar de slang. Inmiddels hebben ze de bezoekers rondom de equinox verdeeld over drie dagen.

De cenote, een ondergrondse waterpoel ontstaan in kalkhoudend gesteente, werd voor mensenoffers gebruikt en dan vooral van schone maagden. Ze werden eerst verdoofd en vervolgens in de cenote gegooid met veel sieraden van jade en obsidiaan. De cenote vormde de verbinding met de onderwereld en de goden daar moesten te vriend gehouden worden. Natuurlijk heeft ook Chichén Itzá zijn ballcourt. In totaal zijn er 8 of 9 gevonden, maar degene die wij zien is de allergrootste. Hier kan je ook de ringen nog zien waar de rubberbal door moest. Grappig is dat je bij elke ruïne van de gids een ander verhaal krijgt over het balspel. Over een ding zijn ze het eens: het was een ritueel balspel en na afloop vielen er doden die geofferd werden aan de goden. Maar hoe het spel gespeeld werd en wie op welke manier geofferd werd, verschilt in alle verhalen.

We hebben nog veel meer gezien, maar dat wordt vast te saai. Vooraf twijfelden we of we wel naar het drukke Chichén Itzá wilden, maar er is hier zoveel te zien en ook veel mooi en goed bewaard stucwerk en beeldhouwwerk. Het zou erg jammer zijn geweest als we dit gemist hadden. Naarmate de tijd vordert, wordt het steeds drukker en als we vertrekken staat de parkeerplaats vol met bussen. Gelukkig waren we vroeg genoeg.

Mérida

Mérida is volstrekt anders dan alle andere steden die we gezien hebben. Een van de eerste dingen die we zien is een warenhuis, dat hebben we sinds San José niet meer gezien. Er zijn moderne modewinkels, parfumerieën en duur uitziende juweliers. Op de kruispunten regelen stoplichten of agenten het drukke verkeer en de gehaaste mensen. Het grote centrale plein past wel helemaal bij een stad met een koloniaal verleden. Aan een kant staat de kathedraal, vooral hoog, statig en massief. Er is geen mooi versierd altaar, alleen een enorm groot kruisbeeld dat nu met een nog groter paars gordijn volledig afgedekt is, we denken vanwege de vastentijd. Aan het kruis hangt de Christus van de Eenheid, symbool van verzoening tussen de Spaanse en Maya cultuur. Verder staat ook het originele huis van Francisco de Montejo (de zoon) aan het plein.

Uxmal en Kabah

Vanuit Mérida maken we een uitstapje naar Uxmal en Kabah. Uxmal vinden we één van de mooiste sites die we gezien hebben. De site is goed bewaard gebleven waardoor je als je er rondloopt een idee van de grootsheid en schoonheid van de site in zijn glorietijd krijgt. Op veel gebouwen is nog fraai stucwerk te zien en er zijn prachtige beeldhouwwerken waarvan sommige nog vrijwel compleet zijn. We zien hier overwegend slangen en afbeeldingen van de watergod. De slang is een ratelslang – je ziet ook de ratels aan zijn staart – vaak afgebeeld met twee koppen die goed en kwaad of man en vrouw of welke twee tegenstellingen je ook wilt, symboliseren. De ratelslang die (eier)levendbarend is, was voor de Maya's het symbool van de vruchtbaarheid. De watergod hadden ze in het droge Yucatan wel nodig. Hij heeft grote ogen, een hele rij tanden, oorringen en een slurfachtige neus die het opstijgen en vallen van het water weergeven.

Één van de grootste gebouwen is de piramide van de Tovenaar. In tegenstelling tot alle andere piramides die we gezien hebben, heeft deze piramide de vorm van een ellips. Het zijn eigenlijk vijf tempels die op elkaar staan. Waarom de piramide van de Tovenaar? Daar hoort de volgende legende bij. Het verhaal ging dat als de gong geluid werd de macht in Uxmal zou toevallen aan een jongen die 'niet uit een vrouw' geboren was. Op zekere dag luidde een dwerg die uit een ei gekropen was en opgevoed was door een heks, de gong. De toenmalige koning kreeg de schrik van zijn leven en gaf bevel de jongen te doden. Zijn leven zou gespaard worden als hij drie onmogelijke taken uit kon voeren. Een daarvan was een tempel in één nacht bouwen. De heks hielp hem om alle drie de opdrachten te volbrengen en daarom heet de tempel nu naar de tovenaar.

Kabah is veel kleiner dan Uxmal, maar ook met uitzonderlijk mooi beeldhouwwerk en stucwerk. Ze zijn bij één tempel met restauraties bezig en rijen watergoden in onderdelen liggen op hun beurt te wachten om weer te kunnen pronken in de bovenbouw van de gevels. Voor de liefhebbers: zowel in Uxmal als in Kabah zijn alle versieringen in de zogenaamde Puuc stijl.

Mexico Stad

We vliegen vanuit Mérida naar ons laatste overnachtingsadres: Mexico stad. Het wordt een reis met hindernissen. Als we vanaf het hotel onderweg zijn naar de luchthaven, bedenk ik dat ik het tasje met de afsluitbare hoezen voor de rugzakken in het hotel heb laten liggen. Gelukkig is de chauffeur zo vriendelijk om terug te rijden en ligt het tasje nog keurig bij de receptie. We zijn ook nog ruim op tijd voor de vlucht, dus de eerste hindernis is genomen. Bij aankomst in Mexico stad wacht de volgende, lastiger hindernis. In de hal is helemaal niemand om ons op te halen. We wachten tien minuten en dan ga ik naar de informatie om te vragen of ze Tierra Maya Tours – de reisagent voor Mexico – voor me willen bellen. Ze kunnen/willen niet bellen en ik moet een telefoonkaart van 30 pesos kopen en dan bij de openbare telefooncel bellen. Dat schiet niet op. Vervolgens gaat Rik een rondje maken om bij de hokjes van de verschillende hotels te vragen of ze even voor ons willen bellen. Het enige dat zij willen doen, is een hotelreservering voor ons regelen. In de hal staat een man al net zo lang op zijn klanten te wachten als wij op ons vervoer. Ik ga die man om hulp vragen. Dat werkt. De man belt gelijk voor me en even later heb ik iemand van Tierra Maya Tours aan de lijn die redding belooft. We wachten zeker 25 minuten en net als ik overweeg om de vriendelijke man opnieuw om hulp te vragen, komt er een mevrouw aan die vraagt of wij de familie Toetsie zijn. Op haar papier staat 'stootsi'. Daar doen we het voor. De mevrouw stond er ook al vanaf het begin en wachtte volgens haar bordje op Inith Shah. Dat hadden we toch echt niet herkend als een verbastering van onze namen.

De chauffeur en zij denken dat we uit Cancún komen. Nee, dus. Ze vragen naar de voucher. Die hebben we niet, wel een lijst met het programma. Die laten we zien en dan gebeurt er iets vreemds. De mevrouw krabbelt alle activiteiten van onze lijst op de achterkant van Inith Shah en zit druk te bellen. De chauffeur vertelt ondertussen dat we morgen met de citytour om kwart voor negen – negen uur in de lobby moeten zitten. Ik vertel dat we al een vertrektijd van 8.35 bevestigd hebben gekregen. Er wordt voorin nog steeds druk heen en weer gebeld en dan krijgen we te horen dat we morgen om half tien vertrekken, omdat ons hotel in het centrum ligt. We zeggen nu zoveel vertrektijden te hebben, dat we nu de definitieve vertrektijd per mail bevestigd willen hebben. Dat SMS-t de bellende mevrouw per kerende post door.

Het verhaal wordt nog leuker als we de volgende dag met de citytour gaan, eerst lopend door het centrum en later een stukje met de metro voordat het busje ons oppikt voor het museum buiten het centrum. De reden dat we lopend en met de metro gaan, is dat op zondagen veel straten in Mexico stad tussen 7 uur 's morgens en 2 uur 's middags afgesloten zijn voor verkeer, zodat fietsers, wandelaars enz. wat meer ruimte hebben. In het museum (over de tour straks meer) krijgen onze medereizigers uit India te horen dat ze na terugkomst in het hotel teruggebeld worden, zodat al hun klachten en problemen opgelost kunnen worden. Dan valt bij ons het kwartje en we vragen of de man soms Inith Shah heet. Inderdaad. En er was niemand op de luchthaven om hem en zijn vrouw op te halen, dus zij hebben een taxi genomen. Mag Inith Shah zijn klachten nog bespreken, wij horen helemaal niets van niemand, geen e-mail, geen telefoontje, zelfs niet na ons telefoontje op de luchthaven en een mail vanuit het hotel. Slechte service van Tierra Maya Tours! Overigens moeten we er wel bij zeggen dat Avila Reizen meteen op de mail reageert en achter Tierra Maya Tours aan gaat.

Eigenlijk doen we nooit citytours, omdat we het doorgaans leuker vinden om een stad op eigen houtje te verkennen, maar in zo'n enorme stad als Mexico is het een aardige manier om de stad te verkennen. We beginnen met de Zócalo, het grote centrale plein (Plaza de la Constitución). In het Palacio de Gobierno – en op veel andere plaatsen in de stad – zijn de beroemde muurschilderingen van Diego Rivera en zijn volgelingen te zien. Na de Mexicaanse revolutie ontstond een nieuwe trend in de schilderkunst die in meters en meters muurschilderingen de historie, met de nadruk op de sociale omstandigheden, laat zien. De muurschilderingen tonen veel respect voor de leefwijze van de inheemse bevolking, terwijl de voormalige Spaanse overheersers er duidelijk minder gunstig vanaf komen. Het museum voor antropologie is een enorm groot en prachtig opgezet museum. We blijven met de tour te kort in het museum, hier zou je gemakkelijk een dag door kunnen brengen, zoveel is er te zien.

Trouwens, afgelopen zondag heeft Mexico de zomertijd ingevoerd. We lopen dus nu weer 7 uur op jullie achter.

Teotihuacan

Tepantitla.

Tepantitla.

De volgende dag gaan we naar Teotihuacan, maar voordat we daarheen gaan, stoppen we bij Tepantitla. Daar zijn onwaarschijnlijk mooi bewaard gebleven muurschilderingen te zien. Het zijn niet alleen vlekken, nee je ziet poppetjes, goden, dieren als slangen en jaguars en ook de kleuren – blauw, geel, groen en rood – zijn mooi bewaard gebleven. Of we er legaal zijn, weet ik niet, want als we bijna alles gezien hebben, wordt onze gids met groep en al van de site weggestuurd. Teotihuacan was in zijn tijd een enorme stad die volgens een duidelijk plan aangelegd was. Al in 200 BC bestond de stad met een brede, centrale straat met pleinen met altaren in het midden en met veel piramides en tempels aan weerszijden. De tempel van de zon is het hoogste gebouw en dat mag je beklimmen. De tempel van de maan was het heiligste gebouw en dat mag je nu nog maar een stukje beklimmen, omdat er in de tempel een graf is gevonden en ze bang zijn dat de tempel instort. Teotihuacan ligt net als Mexico stad in de door hoge bergen omgeven centrale Mexico vallei, beide op ongeveer 2200 meter. De vallei heeft een warm en droog klimaat en dat zie je aan de vegetatie rondom. Schrale begroeiing en een overdaad aan cactussen en andere droogteplanten.

De maagd van Guadaloupe

Als tweede excursiepunt staat de basiliek van de maagd van Guadaloupe op het programma. De basiliek is een geliefde plek voor pelgrims over de hele wereld. De geschiedenis begint in 1531 toen de maagd verscheen aan Juan Diego Cuauhtlatoatzin, een tot het katholicisme bekeerde Azteek, en hem in zijn eigen Nahuatl taal vroeg een kerk te bouwen. De bisschop geloofde Juan niet en vroeg om bewijzen. Opnieuw verscheen de maagd en liet rozen groeien die Juan zo kon plukken. Toen hij met zijn bos rozen in zijn poncho bij de bisschop kwam, vielen de rozenblaadjes op de poncho en vormden een afdruk van de maagd van Guadeloupe. Nu was de bisschop overtuigd en werd een kerk gebouwd, die overigens pas in 1709 klaar was. Het kleed van Juan met de afbeelding van de maagd kreeg een ereplaats op het altaar van de kerk. De maagd van Guadeloupe is in Mexico en in heel Latijns-Amerika bijzonder geliefd en ze is uitgeroepen tot patroonheilige van Mexico stad.

Heel Mexico stad is gebouwd op een drooggevallen meer en op een slappe bodem. De oude basiliek verzakte dramatisch en daarom werd in 1974 een nieuwe basiliek gebouwd en de oude werd gesloten. De nieuwe basiliek is een bezoek waard. De kerk is gigantisch groot en rond en heeft 7 zijaltaren en 7 grote deuren. De ronde vorm is gekozen zodat je overal vandaan het kleed van Juan kan zien. Als je binnenstapt, overkomt je iets wat je totaal niet verwacht. Je stapt op een loopband die langs het kleed van Juan rolt. Wil je het kleed nog een keer zien, kan je met een andere loopband terug en kom je er nog eens langs. Je mag zo vaak heen en weer op de loopbanden als je wilt. De loopbanden voorkomen opstoppingen van stilstaande mensen. Van 9 tot 6 is er elk uur een mis en elk uur is er een pelgrimsgroep met een gedragen altaarstuk om eer te bewijzen aan de maagd. Rond haar jaardag op 12 december is de kerk vier dagen lang 24 uur in bedrijf en komen er miljoenen pelgrims. Overigens is Juan in 2002 als eerste Mexicaan door de paus heilig verklaard. We hopen dat hij er boven nog een beetje van heeft kunnen genieten.

Onze reis begint langzaam maar zeker op zijn eind te lopen. Morgen hebben we nog één dagje Mexico stad en 's avonds stappen we in het vliegtuig richting huis. Woensdag 9 april landen we dan op Schiphol en zit onze mooie, lange reis er op. Jullie allemaal hartelijk dank voor het geduld voor mijn lange brieven en dank voor alle e-mails terug. De laatste dag en de thuisreis schenk ik jullie. Deze brief gaat nu op de post, zodat hij eerder thuis is dan wij.